Drukke autostraat centrum stad woningen New York - PxHere, 2020

Betere gebiedsontwikkeling begint bij een goede akoestische inrichting

25 november 2020

7 minuten

Analyse Erik Roelofsen, directeur van de Nederlandse Stichting Geluidshinder, geeft 7 oplossingen om dit vaak vergeten milieuprobleem op te lossen - en liever nog te voorkomen. De rode draad? "Integraal werken is een must."

De ontwikkeling van gebieden wordt steeds complexer. ‘Eenvoudige' uitleglocaties bestaan in feite niet meer. Het gaat steeds meer om inbreidingslocaties op (kleinere) plekken in stedelijk gebied en dorpen. Ook gaat het veel over locaties waar herontwikkeling plaatsvindt: vroeger stond er een groot kantorencomplex en nu wordt dat omgevormd naar woningbouw.

Vooral voorkomen

Al deze ontwikkelingen moeten rekening houden met de omgeving waarin zij worden gerealiseerd. Milieu en andere omgevingsaspecten spelen hierbij in toenemende mate een rol. Vaak gaat het hierbij om een combinatie van milieuaspecten, waarbij elk aspect zijn eigen randvoorwaarden stelt voor de ontwikkeling.

Het aspect geluid is vanuit de milieukant één van de belangrijkste randvoorwaarden. Om deze randvoorwaarde goed te kunnen meenemen, is het belangrijk te weten wat de relatie is tussen geluidhinder en gezondheid. Ook is het goed om te weten hoe geluidhinder met een goede gebiedsinrichting voor een groot deel is op te lossen, maar vooral is te voorkomen.

'Niet-akoestische factoren'

Geluid van wegverkeer is in Nederland de belangrijkste bron van geluidhinder in de woonomgeving. Binnen het (stedelijk) wegverkeer zijn bromfietsen de belangrijkste bron van geluidhinder. Naast de geluidbelasting (dus de hoeveelheid decibel, dB) spelen andere akoestische factoren een rol bij de mate van hinder, zoals karakteristieken van het geluid (frequentie, intensiteit en duur) en aanwezigheid van meerdere geluidbronnen.

Verder wordt de mate van hinder beïnvloed door factoren die niets met het fysieke geluid te maken hebben: vertrouwen in de veroorzaker van het geluid, verwachtingen, houding ten aanzien van de bron, idee van beheersbaarheid, et cetera. Deze factoren worden vaak aangeduid als ‘niet-akoestische factoren’.

Integrale must

Geluid in de leefomgeving heeft invloed op de gezondheid. Mensen kunnen er last van hebben als ze geluid horen en hiervan (ook onbewust) hinder hebben. Dit kan ervoor zorgen dat ze minder goed slapen. Verder kunnen mensen er stress van krijgen. Als mensen lange tijd aan te veel geluidshinder (en dus stress) blootstaan, kan dat aanleiding geven tot chronische effecten, zoals verhoogde bloeddruk en het risico op hart- en vaatziekten. Ook kan geluid een negatieve invloed hebben op de leerprestaties van kinderen.

Naar verwachting zorgt geluid in de toekomst voor meer gezondheidsproblemen. Er komt steeds meer geluid door de toename van de mobiliteit. Bovendien komen nieuwe woningen dichter bij bronnen van geluid (zoals havens en industrieterreinen), want daaromheen liggen de lege plekken die nog kunnen worden bebouwd.

Woningbouwlocaties in steden en de stedelijke omgeving zijn dus vaak gelegen op milieubelaste locaties. Alleen met een doordacht ontwerp van de stedenbouwkundige situatie, een slimme woningplattegrond en een juiste materialisatie van de gevel kunnen een goede leefomgevings- en verblijfskwaliteit worden gerealiseerd - zelfs in omgevingen met hoge geluidniveaus. Het samenspel van geluidadviseurs en ontwerpers voorkomt dat er achteraf zaken moeten worden hersteld. Integraal werken is daarom een must.

Geluid en de wet

De regelgeving in de Wet Geluidhinder beschermt geluidgevoelige bestemmingen tegen een te hoge geluidbelasting. De wet geldt voor nieuwbouw, bij in het verleden geconstateerde hoge geluidbelastingen (saneringswoningen) en bij wijzigingen van de weg (reconstructie). Daarnaast zijn voor nieuwbouw regels opgenomen in het Bouwbesluit 2012 voor de geluidwering. In nieuwe situaties met een verhoogde geluidbelasting is er vaak beleid van de gemeente voor het verlenen van een hogere grenswaarde.

Voor bestaande situaties is de bescherming tegen een verhoogde geluidbelasting matig. Wel kan de richtlijn omgevingslawaai nog enige bescherming bieden, mits gemeenten een actief geluidbeleid voeren en voor een lage plandrempel (geluidbelasting waarboven een actieplan wordt opgesteld voor het beperken van de geluidbelasting) kiezen. 

7 maatregelen

De maatregelen die kunnen worden getroffen zijn zowel procesmatig van aard als gericht op maatregelen in het gebouwontwerp. De hoeveelheid geluid in ruimten waar mensen verblijven, kan worden verlaagd door zeven maatregelen:

1. Geluid goed integreren in het bestemmingsplan

2. Goede integratie in het ontwerpproces
3. Goede gebouworiëntatie en -vorm
4. Realiseren van stille en rustige gebieden in steden en dorpen
5. Een goed indeling van de woning en een geluidluwe zijde
6. De buitenruimte goed afschermen
7. Materialisatie van de gevels en absorptie

1. Geluid goed integreren in het bestemmingsplan

Een bestemmingsplan kan alleen goed initiatiefnemers sturen, als vooraf aandacht is gegeven aan de aspecten van geluidhinder. Vaak wordt gedacht dat het opnemen van maximale vrijheden voor kavels de initiatiefnemer helpt. Dit is een onjuiste gedachtegang. De stedenbouwkundige moet goed nadenken over welke gebouwvolumes en oriëntaties vanuit geluidhinderaspect wenselijk zijn. Ook zal het onderliggende wegennet met bijbehorende parkeervoorzieningen (verkeersaantrekkende werking bij bijvoorbeeld winkelcentra, basisscholen en kinderdagverblijven) moeten passen bij de beoogde functies. De gebruiksfuncties vanuit het Bouwbesluit geven hierbij onvoldoende houvast.

Een belangrijke eerste stap is daarom om vroegtijdig een geluidexpert in het ruimtelijk ordeningsproces te betrekken. Deze kan heldere randvoorwaarden (knelpunten en mogelijkheden) opstellen voor een stedenbouwkundige situatie, met het oog op het beperken van geluidhinder. Een stedenbouwkundig ontwerper kan deze randvoorwaarden meenemen in de planontwikkeling. Daarmee wordt voorkomen dat een hoge geluidbelasting later in het proces van het gebouw alleen nog maar met bouwkundige maatregelen kan worden ‘opgelost’, wat zelden tot een goede situatie leidt.

Alleen daar waar alle disciplines vroegtijdig een actieve inbreng hebben op het ontwerp, ontstaan mogelijkheden voor goede keuzes

2. Goede integratie in het ontwerpproces

Voorkomen moet worden dat een bouwkundig ontwerper bij zeer hoge geluidbelastingen terug moet naar de tekentafel om een bouwplan opnieuw te ontwerpen. Er is hierbij grote winst te halen door het thema 'omgevingsgeluid' al vroeg in het ontwerpproces mee te nemen. Dat dit vandaag de dag nog te weinig gebeurt, is terug te voeren op te weinig bekendheid van bouwkundig ontwerpers met de kansen die het geluidverantwoord ontwerpen met zich meebrengt. Geluid wordt te veel gezien als een bedreiging die op het niveau van detailontwerp bestreden wordt, zoals met suskasten en dubbel glas.

Niettemin is al op het niveau van het vlekkenplan winst te realiseren. Hierbij is het van belang om medewerkers ruimtelijke ordening, projectontwikkelaars, stedenbouwkundigen, architecten en andere ontwerpers te informeren over het karakter van omgevingsgeluid. Het gaat dan om de wijze waarop geluid de woonkwaliteit negatief kan beïnvloeden, maar ook op welke creatieve wijze er winst geboekt kan worden, zowel in woon- en leefkwaliteit als in de waarde van de woningen en de bebouwingsoppervlakken.

Door te kiezen voor een integrale aanpak, waarbij alle disciplines rondom het stedenbouwkundig ontwerp een gelijkwaardige inbreng hebben, kunnen weloverwogen keuzes worden gemaakt. Geluid krijgt daarbij een plaats naast bijvoorbeeld verkeer, externe veiligheid, luchtkwaliteit, grondexploitatie, volkshuisvesting, economie en stedenbouw. Immers, alleen daar waar alle disciplines vroegtijdig een actieve inbreng hebben op het ontwerp, ontstaan mogelijkheden voor goede keuzes.

3. Goede gebouworiëntatie en -vorm

Elke woning moet naast een geluidbelaste zijde een geluidluwe zijde (of eventueel een geluidluw geveldeel) bezitten. De afscherming van het eigen gebouw en omliggende gebouwen kan optimaal benut worden. Als voorbeeld toon ik hieronder enkele gebouwvormen waarbij de groene lijn een geluidluwe gevel is. Uitgangspunt bij voorgestelde gebouwvormen is een gelijke hoogte van de verschillende bouwdelen voor optimale afscherming.

Gebouwvorm geluidsoverlast - Erik Roelofsen, 2020

‘Gebouwvorm geluidsoverlast - Erik Roelofsen, 2020’


Illustratie: Erik Roelofsen

4. Realiseren van stille en rustige gebieden in steden en dorpen

Juist in steden en andere drukke omgevingen hebben mensen behoefte aan stille en rustige plekken. Om aantrekkelijk te zijn moeten deze gelegen zijn in de directe nabijheid van woningen. Het eigen balkon is daarvoor een uitgelezen plaats. Maar ook een daktuin kan goed als rustpunt dienen.

Ook in de omgeving van woongebieden is het zaak om stille en rustige plekken te creëren. In een wijk kan dit duidelijk worden vormgegeven. De woningen staan langs de drukke centrale verbindingsweg, maar de daarachter gelegen woonwijk is als rustig te kenmerken.

Als stille gebieden met een relatieve rust kunnen ook parken worden aangemerkt. Geluid vanwege wegverkeer kan daarnaast worden gemaskeerd door een goede inrichting van de openbare ruimte. Dit heet sound scaping (bekijk voor voorbeelden deze pdf).

Ook de dove gevel kan een uitstekende afscherming vormen voor wegverkeerslawaai. Op diverse plaatsen is vlak langs heel drukke wegen gebouwd, waarbij dit bouwplan tegelijkertijd de afscherming voor het achterliggende gebied vormt.

5. Een goed indeling van de woning en een geluidluwe zijde

Voor een optimale leefkwaliteit verdient het de voorkeur de slaapkamers van de woning aan de geluidluwe zijde van de woning te projecteren. Een ondiep gebouw maakt het daarnaast mogelijk zoveel mogelijk verblijfsoppervlak te laten genieten van de geluidluwe zijde. Op basis van deze gedachtegang doe ik in onderstaande figuur een aanbeveling voor een principeplattegrond.

Geluidbelasting woningen - Erik Roelofsen, 2020

‘Geluidbelasting woningen - Erik Roelofsen, 2020’


Illustratie: Erik Roelofsen

Dit principe is toepasbaar bij geluidbelaste locaties, maar ook bij zeer hoog geluidbelaste locaties waarbij ‘dove’ gevels toegepast moeten worden om een bouwplan mogelijk te maken. In dat geval kan de galerij met een vliesgevel worden uitgevoerd, of wordt er gekozen voor een portiekontsluiting aan de geluidbelaste zijde.

6. De buitenruimte goed afschermen

Een geluidluwe zijde kan ook worden gemaakt door bouwkundig met de gevel verbonden schermen, of door een slimme afscherming van de buitenruimte. Een redelijk recente ontwikkeling waarmee de geluidsbelasting op de gevel kan worden verminderd is een geluiddempende gevel (een zogeheten coulissenscherm). Hierbij blijft het mogelijk om verblijfsruimten aan deze gevel te projecten en te openen ramen en daglichttoetreding in deze ruimten te hebben.

7. Materialisatie van de gevels en absorptie

Geluidabsorberende materialen en objecten en verstrooiende elementen kunnen (net als in concert- en vergaderzalen) het geluidniveau en de akoestiek van de openbare buitenruimtes positief beïnvloeden.

Door de buitenruimte geheel of gedeeltelijk af te schermen, kan daarnaast het invallende geluidniveau worden beperkt. Denk bijvoorbeeld aan afscherming door een zo hoog mogelijke gesloten borstwering of door toepassing van schermen aan de gevel op de plek van de buitenruimte of te openen ramen (raamschermen met absorptie).

Daarnaast kan ervoor worden gekozen om de buitenruimte in zijn geheel of gedeeltelijk afsluitbaar te maken. Daarmee wordt de invloed die bewoners kunnen uitoefenen op de geluidbelasting vergroot, waarmee de acceptatie en het gebruik van de buitenruimte wordt verbeterd.

Ook kan worden gedacht aan de materialisatie en vormgeving van de gevel. Zo is het akoestisch klimaat beduidend prettiger als (op de geluidbelaste gebieden) verspringende gevels worden toegepast met een grote vormfactor. Daarmee wordt het geluid verstrooid en worden zogenaamde harde reflecties vermeden. Als laatste kun je zo veel mogelijk geluidabsorptie toepassen, bijvoorbeeld via geluidabsorberende gevels of door toepassing van dicht bebladerde beplanting.

Cover: PxHere

Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden


Cover: ‘Drukke autostraat centrum stad woningen New York - PxHere, 2020’


Erik Roelofsen - LinkedIn, 2020

Door Erik Roelofsen

Directeur, adviseur en woordvoerder van de Nederlandse Stichting Geluidshinder


Meest recent

Zonnepanelen op het dak van een gebouw door Richie Quintyne NVEST (bron: shutterstock)

Duurzame energie in de regio, een passend ontwerp begint bij de goede vraagstelling

In de eerste ronde Regionale Energiestrategieën ging het ook over ruimtelijke kwaliteit. Hoe landen ingrepen in de energie-infrastructuur in onze omgeving? PBL en Royal HaskoningDHV plozen de plannen door en formuleren lessen & tips.

Uitgelicht
Onderzoek

25 april 2024

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024