Interview In de discussie over het vergroten en versnellen van de woningbouwproductie heeft het stedenbouwkundig ontwerp nog niet veel aandacht gekregen. Bureau De Zwarte Hond brengt daar nu verandering in, met een publicatie over het ontwikkelen van grote ‘ensembles’ in de stad. De Zwarte Hond-partner Jeroen de Willigen licht deze aanpak toe.
Waarin lag voor jullie de urgentie om juist dit onderwerp te agenderen?
“Dat was een combinatie van constateringen. Ten eerste natuurlijk de urgentie dat wij graag willen werken aan het oplossen van de woonopgave. Daar zit al veel in, maar daaronder schuilt een bredere visie. Tijdens de financiële crisis deden wij al de observatie dat het stedenbouwkundig ontwerp in Nederland nogal ter discussie werd gesteld. We zouden op een andere manier aan de stad moeten werken. Wat op zich prima is in tijden dat we het rustig aan kunnen doen. Maar nu we dat eigenlijk niet meer kunnen, omdat we gewoonweg veel opgaves hebben en we veel in de bestaande stad moeten bouwen, moeten we een andere aanpak introduceren.”

‘Jeroen de Willigen’ door German Villafane (bron: De Zwarte Hond)
We zien inderdaad veel plannen met een ‘pandje-voor-pandje’-stedenbouw zoals jullie dat in deze publicatie noemen, bijvoorbeeld recent nog in Amsterdam Zuidoost. Waarom is dat niet de weg voorwaarts in de verstedelijking?
“Er wordt nog wel geprobeerd om die samenhang en kwaliteit te maken, ook bij plannen met een wat kleinere korrel. Maar door de schaal waarin er nu ontwikkeld wordt, worden wel allerlei schaalvoordelen teniet gedaan. Wij denken dat als we op een andere manier aan de stad werken, we zowel die schaalvoordelen kunnen gebruiken en tegelijkertijd nog steeds, door middel van het stedenbouwkundig ontwerp, een stad met een menselijke maat kunnen maken, waar het fijn toeven is. Dit op basis van de ontwikkeling van rationele ensembles.”
Kenmerken van grote ensembles
De Zwarte Hond definieert een “rationeel ensemble” als “een groep gebouwen die een gemeenschappelijk binnenterrein omarmt. Dit opengebroken bouwblok biedt een collectieve – groene en autovrije – ruimte die in verbinding staat met de stad. (..) De verfijning en detaillering benadrukken de menselijke maat.” De zes kenmerken die het bureau aan de stedenbouw van ‘ensemble urbanism’ meegeeft zijn: ruimtevormend, een hoge dichtheid, een ‘doorwaadbare’ stad, een rationeel ontwerp (dat kansen biedt voor industrieel en biobased bouwen), een gemengde stad en met toepassing van ornamenten in de architectonische uitwerking.
Een organisch pandje-pandje-plan als Oostenburg in Amsterdam heeft toch ook wel een zekere kwaliteit? En jullie plan voor Hart van de Waalsprong in Nijmegen introduceert een zekere stedelijkheid, nietwaar?
“Oostenburg is inderdaad prima, maar ik denk alleen dat we de tijd er niet meer voor hebben om het zo te doen. En meer in algemene zin maken we niet genoeg gebruik van de kwaliteit van de stedenbouwkundige ontwerper om met een grotere korrel en een andere maat, toch aantrekkelijke woongebieden te maken. Bij Hart van de Waalsprong heeft het gewerkt, om het plan haalbaar te maken en het goed te maken. Een grotere maat en schaal en verblijfskwaliteit gaan daar prima samen.”
Jullie hebben interessante historische voorbeelden uit Parijs en Londen erbij gehaald. Daarbij zie je wat voor voordelen het heeft om de ontwikkeling van een groter gebied in één hand te liggen. Ligt in die voorbeelden een sleutel tot succes, om de regie veel meer bij één partij te leggen, publiek of privaat?
“Daar ligt wel een sleutel, maar we zien in Nederland dat zelfs als er één partij de regie heeft, het plan vaak toch nog wordt opgeknipt in kleinere delen. Op zich hoeven we niet heel veel te veranderen aan de wijze waarop er wordt ontwikkeld in de grote gebieden, we moeten alleen op een andere manier eraan gaan werken – en minder bang zijn voor die grotere schaal. We hebben natuurlijk in Nederland een super goed middel om daaraan te werken en dat zijn de woningcorporaties. Die zouden we wel beter moeten outilleren, zowel financieel als misschien ook inhoudelijk om deze opgave op deze manier aan te pakken.”

Les habitations à bon marché, 18e arrondissement, Parijs. Zicht vanuit Boulevard Ney richting Rue Henri Brisson.
‘HBM, Parijs’ door Janine Schrijver (bron: De Zwarte Hond)
Zit er ook een dwarsverband naar actief grondbeleid, ook weer een actueel thema in deze tijd? Je zag bijvoorbeeld in de projecten Parijs en in Londen wel dat de gronden in handen waren van die ene ontwikkelende partij.
“Een actief grondbeleid werkt de ambitie om sneller, goedkoper en beter te bouwen in ieder geval niet tegen. Er zijn ook partijen die grotere gebieden in handen hebben c.q. die verwerven. Amsterdam is een goed voorbeeld waar ze dat al jarenlang doen.
Maar ook Groningen is best wel actief. Maar ook bij de verstedelijking van de grote havengebieden in Rotterdam en de aanpak van de grote gebieden in Den Haag: dat kan prima op een wat andere manier, door meer uit te gaan van een stedelijk ensemble.”
Welk type gebieden is in jullie ogen kansrijk voor een dergelijke stedenbouwkundige opzet?
“Ik denk aan allerlei gebieden die verkleuren. Havengebieden, spoorzones, bedrijventerreinen. Amsterdam-Noord zou bijvoorbeeld ook kansrijk zijn. Maar ook een naoorlogs gebied als Den Haag Zuidwest. Of de volgende fase van IJburg.”
En buitenstedelijk, waar sommige politieke partijen en anderen ervoor pleiten compleet nieuwe steden te maken?
“Om allerlei redenen lijkt het mij niet verstandig te doen, om die plekken aan te gaan wijzen. Dat zijpad moeten we niet inslaan, heb ik ook op andere momenten al eens gezegd.”

Plattegrond van het complex Dolphin Square, begane grond.
‘Dolphin Square, Londen’ (bron: De Zwarte Hond)
In de publicatie wordt vermeld dat jullie bureau bezig is met grotere stedenbouwkundige ensembles in Best en Apeldoorn, zijn daar al eerste ervaringen mee?
“Op beide plekken wordt binnenkort gestart met het uitwerken van de eerste fases. En we proberen daar wel met de betrokken architecten de korrelgrootte op een goede stedenbouwkundige omvang te houden. Dat lijkt ook wel te lukken, maar we hebben nog wel wat te overwinnen. Want het is echt niet zo dat alleen bij publieke overheden het lef ontbreekt om groot te denken, ook bij private partijen ontbreekt de durf. Dat is absoluut noodzakelijk, hebben we bijvoorbeeld zelf bij de Grunobuurt in Groningen gemerkt. Corporatie Nijestee verdient daar alle credits voor de samenhangende en langjarige aanpak.”
Tot slot, jullie zijn met De Zwarte Hond ook actief in Duitsland met vestigingen in Keulen en Berlijn. Kunnen we nog iets leren in dit verband van onze oosterburen?
“In Duitsland lijken ze op zich minder bang te zijn voor de grotere schaal, maar ik schat de kwaliteit van het Nederlandse stedenbouwkundig ontwerp – als het tenminste serieus wordt genomen – net iets hoger in.”
Debat op 25 september
Jeroen de Willigen van De Zwarte Hond gaat op 25 september in het Nieuwe Instituut in gesprek met Rijksbouwmeester Francesco Veenstra, stadsbouwmeester van Antwerpen Christian Rapp en Directeur Sociale Impact & Duurzaamheid VORM Siobhan Burger. Onder leiding van moderator Dore van Duivenbode onderzoeken zij de vraag: zijn we groot denken verleerd?
Aanmelden (gratis) via deze link.
Een al wat oudere docu maar niettemin een interessant kijkje in de Parijse HBM’s.
Lees meer
De publicatie ‘Ensemble Urbanism’ in de serie OutThere van De Zwarte Hond is hier te bestellen. Hierin staan onder meer ook interviews met de Sociaal Bouwmeester van de gemeente Groningen, Ivan Nio, en met de Antwerpse stadsbouwmeester Christian Rapp. Ook Geurt van Randeraat geeft zijn visie, hij werkt sinds september 2024 als Bouwambassadeur bij de provincie Noord-Holland. Fotograaf Janine Schrijver maakte een rapportage van het complex Groupe Brisson in Parijs.
Cover: ‘Rue de l'Ourcq-angle rue de l'Oise’ door VVVCFFrance (bron: Wikimedia Commons) onder CC BY-SA 4.0, uitsnede van origineel