utrechtsebaan, Den Haag door pmvfoto (bron: shutterstock)

Hoe nemen we verantwoordelijkheid voor de toekomst? Dilemma’s bij de grote verbouwing van Nederland

28 augustus 2025

7 minuten

Analyse Hoe kunnen we in de gebiedsontwikkeling en ruimtelijke ordening verantwoordelijkheid voor de toekomst nemen, zonder de problemen in het heden te negeren? Peter Pelzer en Co Verdaas werken in deze bijdrage vijf dilemma’s uit die uit deze vraag voortkomen. Ze trappen hiermee bovendien een serie bijeenkomsten af waarin ze met ruimtelijke professionals in gesprek gaan over die dilemma’s, oplossingsrichtingen verkennen en identificeren wat er morgen al anders kan.

Zo’n 20 jaar geleden leefde breed het idee dat Nederland ‘af’ was. Het kan verkeren: sinds een aantal jaar wordt weer gesproken over de de grote verbouwing van Nederland. Die omslag is niet verwonderlijk als je bedenkt dat de volkshuisvesting niet goed werkt, klimaatverandering ons tot aanpassing dwingt en de economie en de daarbij horende energiehuishouding moeten verduurzamen. Deze en andere opgaven versterken de roep om perspectief en daadkracht, maar tegelijkertijd is het ruimtelijk verdelingsvraagstuk ingewikkelder dan ooit. Opgaven hangen samen, beslissingen worden op verschillende tafels genomen, belangen botsen en de beschikbare (budgettaire) ruimte is beperkt.

Start voor bijeenkomsten

Dit artikel vormt de opmaat voor de bijeenkomstenreeks Verantwoordelijk voor de toekomst onder leiding van Peter Pelzer (Spatial Planning & Strategy) en Co Verdaas (Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling). In deze bijeenkomsten staat de vraag centraal hoe we in de gebiedsontwikkeling en ruimtelijke ordening verantwoordelijkheid voor de toekomst kunnen nemen, zonder problemen in het heden te negeren. We combineren inzichten uit de ethiek, planologie en praktijk en gaan met een vaste kern en wisselende gasten in gesprek over verantwoordelijkheden, (on)omkeerbaarheid, tijdshorizonten en de rol van publieke én private partijen. De bijeenkomst op 19 september is de aftrap en wordt gevolgd door een serie verdiepende bijeenkomsten in 2025 en 2026. Op Gebiedsontwikkeling.nu zullen we regelmatig verslag doen.

Ruimtelijke keuzes ijlen nog decennia na; woningen, bruggen, dijken en stations staan er gemakkelijk 100 jaar. Dat beseft roept een cruciale vraag op: hoe doen we het goed voor volgende generaties? Hoe reageren we flexibel op nieuwe kennis, bijvoorbeeld over het afsmelten van de Antarctische ijskap of het stilvallen van de AMOC (de Atlantische meridionale omkeercirculatie die warm water naar het noorden en koud water naar het zuiden brengt)? Hoe voorkomen we dat we nu keuzes maken waar we later spijt van krijgen, vanuit het besef dat ruimtelijke keuzes in belangrijke mate onomkeerbaar zijn? Hoe nemen we burgers en bedrijven mee in een gesprek over een toekomst die moeilijk tastbaar te maken is?

Repeterende dilemma’s

Verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst betekent niet blind zijn voor de problemen in het heden, zoals het gebrek aan betaalbare woonruimte. In een democratie die in deze tijd al alle zeilen moet bijzetten, staan verkozen bestuurders onder grote druk snel te ‘leveren’. In zo’n situatie is de gedachte al snel dat reflecties over de lange termijn alleen maar afleiden van tastbare resultaten in het nu. En toch moeten we beide doen: op korte termijn problemen oplossen en vaart maken waar het kan en tegelijkertijd voorkomen dat we onze kleinkinderen met een enorme hypotheek opzadelen. Wat is dan de juiste balans tussen denken en doen en wat vraagt het aan het goed doordacht maken van keuzes die hun schaduw generaties vooruitwerpen?

Juist in dit tijdsgewricht moeten we als vakgemeenschap – en daar voorbij – hier het gesprek met elkaar over voeren. We moeten overzicht en inzicht creëren, ontdekken wat we al wel weten en kunnen en identificeren wat er nog nodig is. Dat proces is gebaat bij een nauwe samenwerking tussen wetenschap en praktijk en een voortdurend proces van ‘horizontaal leren’ tussen praktijken van marktpartijen, overheden, maatschappelijke organisaties en alles daartussenin. In een reeks bijeenkomsten geven wij deze dialoog de komende tijd een impuls. Om het gesprek richting te geven, schetsen we in dit artikel alvast vijf dilemma’s.

1. Centrale regie versus flexibele ruimte

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. De overheid handelt als één overheid en verantwoordelijkheden worden zo laag mogelijk belegd. Het concept van de gedecentraliseerde eenheidsstaat is echter niet in beton gegoten. Allereerst is het aan de politiek om te definiëren wanneer sprake is van een decentraal dan wel centraal belang. En als lidstaat van de EU opereren we binnen de daar vastgestelde kaders. Daarnaast kunnen overheden onderling van opvatting verschillen: lokale en nationale belangen kunnen immers botsen. De laatste jaren wint de roep om centrale regie aan kracht. Dat is logisch en laat zich mede verklaren uit de constatering dat er in dit land een grote verbouwing moet plaatsvinden. Dan is enige bouwcoördinatie op zijn plaats, in plaats van dat eenieder naar eigen inzicht gaat knutselen aan het huis.

Co Verdaas door Phil Nijhuis (bron: Phil Nijhuis)

‘Co Verdaas’ (bron: Phil Nijhuis)


Flexibele ruimte is nodig zodat we initiatieven uit de samenleving kunnen honoreren en het eigenaarschap op de ambities in de samenleving stimuleren. Gelijktijdig is enige coördinatie en regie daarbij onontbeerlijk: een initiatief om tot een energiecoöperatie te komen kan enkel slagen als ook helder is hoe dit zich verhoudt tot de capaciteit op het electriciteitsnet en andere (ruimtelijke) ambities. De vraag is: wat is de juiste balans, welke (inter)nationale kaders zijn nodig en hoeveel ruimte dienen deze juist te laten om ook het maatschappelijk en privaat initiatief ruimte te bieden? Met andere woorden: hoe ontstaat een energieke samenleving die ook het publiek belang dient, nu én in de toekomst.

2. Systeemverandering versus stabiliteit

Volgens onderzoekers van DRIFT verlopen transities langs een X-curve: het gaat zowel om vernieuwing (het deel van de X rechtsboven) als om afbraak (het deel van de X rechtsonder). Gelijktijdig streven (sociale) systemen stabiliteit en handhaving van de status quo na en zullen ze trachten zichzelf keer op keer te herschrijven en veranderingen te absorberen. Dat speelt in het bijzonder in de wereld van de ruimtelijke ontwikkeling: het wegnemen van ruimteclaims is ingewikkeld en kostbaar, terwijl dit in de schaarse ruimte wel een randvoorwaarde is voor vernieuwing. Niet alles is op de lossen met meervoudig ruimtegebruik.

Het past in een gedecentraliseerde en geëmancipeerde eenheidsstaat niet om eenzijdig knopen door te hakken of besluiten door te drukken

De meeste ruimtelijke professionals zijn werkzaam in een systeem dat is gericht op het handhaven van de status quo en ook volgens academici is de ruimtelijke planning niet bepaald transformatief. Hoe gaan we om met deze ‘tweehandigheid’ die zowel vernieuwing als behoudt dient en hoe kunnen we proeftuinen en experimenten floreren en opschalen die ons een weg naar een andere toekomst wijzen? En pijnlijker, maar wel in lijn met de X-curve: welke ruimteclaims moeten kleiner worden of zelfs verdwijnen?

  1. Dialoog versus tempo

De behoefte aan tempo is groot, het gaat immers om urgente vraagstukken. Dat versterkt zoals gezegd ook de roep om regie. Gelijktijdig – en dat is van alle tijden – past het niet in een gedecentraliseerde en geëmancipeerde eenheidsstaat om eenzijdig knopen door te hakken of besluiten door te drukken. Dat is geen pleidooi voor een ellenlange dialoog; een dialoog lost nu eenmaal niet alle meningsverschillen op en belangen zullen blijven botsen.

Peter Pelzer door Faculteit Bouwkunde TU Delft (bron: Faculteit Bouwkunde TU Delft)

‘Peter Pelzer’ (bron: Faculteit Bouwkunde TU Delft)


Dit roept de vraag op wie waarover participeert met wie en op welk moment. En als de besluiten samenhangen en op verschillende tafels tot besluiten leiden, wie is dan verantwoordelijk voor de participatie? Daarbij wordt steeds vaker onderkend dat niet iedereen een gelijke uitgangspositie heeft. Een interessant initiatief in dat kader is de Utrechtse benadering om ongelijk te investeren voor gelijke kansen. En is het mogelijk om in het beleids- en participatietraject de toekomst, in casu toekomstige generaties, aan tafel een stem te geven? Dat kan bijdragen aan het maken van een afweging die verder reikt dan de belangen in het hier en nu. Het Deltaprogramma en het ministerie van IenW hebben hiertoe een zogeheten toekomstambassadeur in het leven geroepen.

  1. Intergenerationele versus intragenerationele rechtvaardigheid

Bij de ambitie het wagenpark te elektrificeren gingen er forse subsidies richting de industrie en de gebruikers. Dat had ook resultaat; het aantal elektrische auto’s nam enorm toe. Dat beleid had ook een keerzijde: de eerste generatie bezitters van elektrische auto’s verdiende doorgaans bovenmodaal terwijl bewoners van een sociale huurwoning een energierekening zagen stijgen door slechte isolatie. Met andere woorden: vanuit intragenerationeel perspectief (de verdeling in het nú) is dit beleid tamelijk onrechtvaardig, waarom moeten zij die het al goed hebben nog eens profiteren van extra subsidie? Echter, vanuit intergenerationeel perspectief (dus kijkend naar de toekomst) kan worden beargumenteerd dat dit beleid wel degelijk rechtvaardig is: we hebben naar onze kleinkinderen de verantwoordelijkheid zo snel mogelijk van fossiele brandstoffen af te komen, het doel heiligt daarbij soms de middelen.

Dergelijke dilemma’s treden vaker op. Zo kan het creëren van ruimte voor de rivier voor de huidige bewoners langs de rivier heftige gevolgen hebben, terwijl het vanuit een intergenerationeel perspectief zeer wenselijk is te anticiperen op het klimaat van de toekomst.

5 De maatschappelijke versus de financiële businesscase

Transities vragen aan de voorkant vaak om investeringen van publieke en/of private partners waarbij de baten soms landen bij derden. Zo kunnen investeringen in het voorkomen van wateroverlast en een klimaatadaptieve inrichting voorkomen dat er op een later moment schade ontstaat. Die baten komen dan op termijn terecht bij bijvoorbeeld de bewoners en de (zorg)verzekeraars. Kortom, maatschappelijk gezien kan een businesscase wenselijk zijn, dat wil niet zeggen dat het ook aan de voorkant financieel rondkomt.

Het blijkt moeilijk om de formele financiële werkelijkheid op de maatschappelijke wenselijkheid te laten aansluiten. Daar kunnen overigens tal van goede redenen voor zijn, de vraag is natuurlijk waarom het soms wel lukt, wat we van deze voorbeelden kunnen leren en welke belemmeringen mogelijk nog weggenomen dienen te worden. In de podcast Delta en Duiten wordt dit vraagstuk verder verkend met professionals uit onder andere de financiële wereld. En Aeisso Boelman betoogde bijvoorbeeld eerder op dit platform en in de podcast Onder Planologen dat we een ‘klimaatrobuuste grondexploitatie’ nodig hebben.

Doe mee!

Met deze bijdrage en hierop volgende reeks bijeenkomsten hopen wij het gesprek over de dilemma’s over de toekomst van de ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling een impuls te geven. Door de bovengenoemde dilemma’s beter te snappen en er dillema’s aan toe te voegen, door oplossingsrichtingen in kaart te brengen, en door ruimtelijke professionals en gebiedsontwikkelaars een handelingsperspectief te geven. De aftrap is op 19 september. Doe mee en meld je hier aan.


Cover: ‘utrechtsebaan, Den Haag’ door pmvfoto (bron: shutterstock)


Peter Pelzer door Faculteit Bouwkunde TU Delft (bron: Faculteit Bouwkunde TU Delft)

Door Peter Pelzer

Peter Pelzer is hoogleraar Ruimtelijke Planning en Strategie aan de TU Delft.

co verdaas pp

Door Co Verdaas

Hoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft


Meest recent

Weekoverzicht donderdag 28 augustus door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van de menselijke maat

Deze week stond de mens centraal: hoe deze de ruimte op ooghoogte ervaart in het Amsterdamse transformatiegebied Amstel III, hoe winkelgebieden heringericht kunnen worden en hoe samenwerking tussen mensen centraal staat bij dijkversterking en PPS.

Weekoverzicht

28 augustus 2025

utrechtsebaan, Den Haag door pmvfoto (bron: shutterstock)

Hoe nemen we verantwoordelijkheid voor de toekomst? Dilemma’s bij de grote verbouwing van Nederland

Hoe kunnen we in de gebiedsontwikkeling en ruimtelijke ordening verantwoordelijkheid voor de toekomst nemen, zonder de problemen in het heden te negeren? Peter Pelzer en Co Verdaas werken vijf dilemma’s uit die uit deze vraag voortkomen.

Uitgelicht
Analyse

28 augustus 2025

Gelderlandplein Amsterdam door Rijnboutt (bron: Rijnboutt)

De vernieuwing van winkelcentra, dit zijn de lessen om rekening mee te houden

Veel winkelcentra die de vorige eeuw zijn gebouwd, zijn toe aan vernieuwing. Frederik Vermeesch en Stella Groenewoud van bureau Rijnboutt vertellen over de vraagstukken die spelen bij het weer toekomstbestendig maken van deze gebieden.

Interview

27 augustus 2025