2014.04.01_Infra & RO_1_660

Infra & RO: kansen voor verbinding

1 april 2014

5 minuten

Verslag Soepel, snel en gemakkelijk door het stedelijk leven bewegen, dat willen we allemaal! Mobiliteit is niet meer weg te denken uit ons dagelijks bestaan. Dagelijks worden er veel kilometers afgelegd die we zo efficiënt mogelijk willen benutten. Dit biedt kansen voor het bundelen van ruimtelijke ontwikkelingen rond openbaarvervoersknooppunten, oftewel Transit Oriented Development.

Ontwerpstudie knooppuntontwikkeling in de Zaancorridor

BNA Onderzoek en de TU Delft hebben de ontwerpstudie ‘Designing Transit Oriented Development – kansen voor de Zaancorridor’ opgezet in nauwe samenwerking met de provincie Noord-Holland, Vereniging Deltametropool, NS en de gemeenten Zaanstad, Castricum en Heerhugowaard. In de ontwerpstudie wordt de ontwerpkracht van architectenbureaus en studenten ingezet om met een frisse blik te kijken naar vijf concrete stationslocaties en hun omgeving langs de Zaancorridor. Wat kan er op korte, middellange en lange termijn worden bedacht om de stationsomgevingen niet alleen aantrekkelijker, maar ook handiger te maken?

Op 28 maart jl. zijn de theoretische kaders, de best practices en de eerste interpretaties van de ontwerpopgave door de interdisciplinaire ontwerpteams in een seminar aan de TU Delft verkend. Professor Michiel Riedijk, leerstoel Publieke Gebouwen aan de TU Delft, opende de middag door aan te geven dat infrastructuur grote kansen biedt voor architecten om de ruimtelijke ontwikkelingsopgave te verbinden met mobiliteit. Hij stelt dat gebieden langs het spoor op een nieuwe manier gepositioneerd kunnen worden als je er anders naar kijkt; van programmatisch denken naar netwerkdenken.

Infra & RO: kansen voor verbinding - Afbeelding 1

Sprekers Paul Gerretsen & Marcel Blom

‘Infra & RO: kansen voor verbinding - Afbeelding 1’


Moderator Paul Gerretsen, agent Vereniging Deltametropool, geeft aan dat de Zaancorridor veel potentie heeft voor knooppuntontwikkeling. De reeks van dorpen en steden tussen Amsterdam en Heerhugowaard met bijbehorende wegen, spoorlijnen, overstappunten, oude stadskernen, nieuwbouwlocaties, industriegebieden en natuurgebieden vormen een grote uitdaging om als netwerk ontwikkeld te worden. In de grondige studie ‘Maak Plaats! – Werken aan knooppuntontwikkeling in Noord-Holland’ geschreven door de provincie Noord-Holland en de Vereniging Deltametropool zijn alle treinstations en grote busstations in Noord-Holland in kaart gebracht; in totaal 64 knooppunten. De studie laat zien dat alle kleine snippers langs het spoor die ontwikkeld kunnen worden in totaal de omvang van de stad Haarlem hebben. Dit biedt volgens Gerretsen mogelijkheden. De kansen voor knooppuntontwikkeling zijn in de studie concreet gemaakt en specifiek voor de Zaancorridor uitgewerkt tot een aanpak. Samen met gemeenten, regio’s en andere stakeholders zijn de plannen, ambities en strategieën in beeld gebracht en is een schat aan kennis verzameld. De vervolgstap is het implementeren van deze kennis. De studie Maak Plaats! vormt dan ook de basis voor de ontwerpstudies van de architectenbureaus en de studenten die vandaag gepresenteerd werden.

Vier actoren uit de wereld van knooppuntontwikkeling vertellen vervolgens verder over de positie en het belang van het ontwerp bij knooppuntontwikkeling vanuit vier verschillende invalshoeken; bestuur & beleid, infrastructuur & architectuur, placemaking & interactiemilieus en funding & value capturing.

Joost Schrijnen, Spatial Management Consultant, vertelt over het sturen en besturen van de netwerkstad. Steden groeiden oorspronkelijk monocentrisch, maar door verstedelijking ontstonden stedelijke regio’s en daarmee veranderde de monocentrische stad langzaam in een netwerkstad. Door de ontwikkeling van de Noord- en Zuidvleugel en van regio’s als Arnhem-Nijmegen en Groningen-Assen ontstaan stedennetwerken. De stad en de netwerkstad zijn met elkaar verbonden, stelt Schrijnen. Dit wil zeggen dat elke locatie in de stad deel uitmaakt van de stad en de netwerkstad. Beiden verbonden door een hoogfrequent, snel en gelaagd vervoersnetwerk. Schrijnen benadrukt dat het belangrijk is om bij het ontwerpen te denken vanuit het netwerk. Dit vergt echter wel een omschakeling in ons denken omdat dit nu vaak nog lokaal gericht is.

Infra & RO: kansen voor verbinding - Afbeelding 2

-

‘Infra & RO: kansen voor verbinding - Afbeelding 2’


De volgende spreker is Marcel Blom, directeur Benthem Crouwel Architekten. Hij vertelt op inspirerende wijze over het ontwerp en de ontwikkeling van het Centraal Station in Rotterdam. Het station maakt onderdeel uit van een aantal sleutelprojecten en staat in verbinding met Parijs en Frankfurt. Het ontwerp omarmt verbindingen; verbinding met de binnenstad en de Provenierswijk door de multifunctionele corridor, verbinding met de treinperrons en de mensen in de entreehal, verbinding tussen binnen en buiten door hetzelfde materiaalgebruik en lichtcomposities en verbinding met het verleden. Zo zijn de centraal station–letters en de stationsklok hergebruikt, doen de Y-kolommen onder de overkapping denken aan de vlinderachtige schaaldaken op de perrons van het vorige station. En: de ‘speculaasjes’ (beeldhouwwerken) van Sybold van Ravesteyn zijn in een terugkerend patroon verwerkt in het dak, de fietstunnel en in de wanden van het kantoorgedeelte. Blom benadrukt dat het belangrijk is om de stad en de reiziger te verbinden en dat het daarbij ook gaat om het vinden van de juiste menselijke maat.

Maurits de Hoog, Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam, neemt ons terug naar de jaren vijftig waarin mensen zich enkel en alleen verplaatsen tussen hun woning en hun werk. De gehele stedenbouw was daarop ingericht. Tijden zijn echter veranderd en zienswijze moeten worden aangepast. Steden zijn nu plekken waar wonen, werken, ontmoeten en recreëren samenkomen en verbonden moeten worden. Door interactie en (kennis)uitwisseling komt volgens De Hoog de metropool binnen bereik, waarin stations dienst kunnen doen als interactiemilieus; dus van “to go” naar “to stay”.

Infra & RO: kansen voor verbinding - Afbeelding 3

Spreker Sander Lenferink

‘Infra & RO: kansen voor verbinding - Afbeelding 3’


De laatste spreker voordat de ontwerpen van de architectenbureaus en studenten gepresenteerd worden, is Sander Lenferink, onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij vertelt over zijn onderzoek naar innovatieve instrumenten die waardeontwikkeling (value capturing) vangen om zowel op netwerkniveau als op locatieniveau de financiële haalbaarheid van knooppuntontwikkeling te verbeteren. Het eerste deel van het onderzoek bestaat uit de zoektocht naar financiële en juridische instrumenten en bestuurlijke modellen die betrekking hebben op publiek-private samenwerkingen bij knooppuntontwikkeling. Daarna vertelt Lenferink dat aan de hand van een experiment (openbaarvervoersverbinding Arnhem – Doetichem) getoetst is of de instrumenten en modellen innovatieve financiering van de knooppuntontwikkeling mogelijk maken. Eerste bevindingen zijn dat informatiebeschikbaarheid nog belangrijker is dan communicatie, dat concurrentie de samenwerking belemmert, dat de rol van de provincie actief en sturend kan zijn of juist die van een scheidsrechter en dat verhandelbare ontwikkelrechten overaanbod kunnen voorkomen.

Na deze kennisuitwisseling presenteren tien architectenbureaus en vijf studententeams hun eerste ontwerpstudies met betrekking tot een vijftal treinstations gelegen langs de Zaancorridor. Een frisse ontwerpblik werd gericht op de treinstations gelegen in Heerhugowaard, Castricum, Krommenie-Assendelft, Koog-Zaandijk en Zaandam-Kogerveld. Alle teams presenteerde hun visie, aanpak en ontwerp gericht op ontwikkelingen in de komende 5, 35 en 50 jaar. Opvallend was dat alle teams op zoek zijn gegaan naar de krachten, kwaliteiten en de lokale identiteit van de plek, maar dat de verbinding met de gehele Zaancorridor nog niet sterk verweven was in het ontwerp. Wel werd duidelijk dat het gaat om maatwerk. Het is een zoektocht naar de meerwaarde en uniciteit van zowel het plaatselijk station als de verbinding met het netwerk (Zaancorridor).

Met de input uit de paneldiscussie zullen de ontwerpteams eind juni hun definitieve visie en uitwerking presenteren. Later dit jaar zal ook op Gebiedsontwikkeling.nu meer aandacht besteed worden aan knooppuntontwikkeling.

Infra & RO: kansen voor verbinding - Afbeelding 4

-

‘Infra & RO: kansen voor verbinding - Afbeelding 4’


Fotograaf: Joost van Leeuwen


Cover: ‘2014.04.01_Infra & RO_1_660’


Portret - Wendy de Hoog

Door Wendy de Hoog

Stadsruim | onderzoeker en adviseur gebiedsontwikkeling


Meest recent

David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad door Joost Zonneveld (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Slim verdichten via de zachte stad

De druk op onze steden wordt in de komende jaren alleen maar groter. Hoe zorgen we dan voor een leefbare woonomgeving? Deze vraag stond deze week centraal tijdens de laatste sLIM-bijeenkomst, met ‘Soft City’-auteur David Sim als gastspreker.

Verslag

19 april 2024

Oosterschelde door Ruud Morijn Photographer (bron: Shutterstock)

Oké, water en bodem sturend – maar niet altijd en overal

Water en bodem sturend, je kunt er bijna niet tegen zijn. Maar we moeten oppassen dat het nieuwe adagium niet alles gaat overheersen, zo waarschuwt columniste Agnes Franzen.

Opinie

19 april 2024

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024