1

Leg een nieuw inhoudelijk fundament onder de verplichte 30% sociaal

20 april 2017

2 minuten

Onderzoek Jaap Nieuwenhuis (TU Delft) concludeert in zijn studie Being Poorer Than the Rest of the Neighborhood dat jongeren zich problematischer gedragen als ze de armste zijn in een rijke buurt. Die conclusie valt op omdat we vooralsnog omgekeerd redeneren. Gangbaar is gedachte dat huishoudens met een laag inkomen profiteren van de aanwezigheid en interactie met huishoudens met hogere inkomens. Daarom wordt er veel effort gestoken in het creëren van gemengde wijken. Dhr. Nieuwenhuis stelt dat er onder jongeren geen bewijs kan worden gevonden dat het creëren van gemengde wijken sociale problemen doet afnemen. En dat is sommige gevallen de problemen zelfs verergeren. Met de uitkomsten van zijn onderzoek stelt Dhr. Nieuwenhuis de doelmatigheid van het spreidingsbeleid ter discussie. Zijn onderzoek roept de vraag op hoe effectief het is om sociale problemen op te lossen middels woningbouwprogrammering.

Binnen een gebiedsontwikkeling zijn de programmatische afspraken een dominant instrument. Je komt ze tegen in wijken met veel corporatiesbezit. Daar gaat het vaak om het verminderen van het aandeel sociale huur en het doen toenemen van het aandeel vrije sector huur en (middel)dure koop. Ze vormen vaak de basis voor grootschalige sloop-en-nieuwbouw operaties in bestaande wijken. En je komt ze tegen bij de realisatie van nieuwbouwprojecten. Meestal door binnen een gebiedsontwikkeling een verplicht aandeel van de woningen te reserveren voor sociale huur. Met het differentiëren van de eigendomsvorm (koop en huur) en prijsklasse van de woningen (goedkoop en duur) realiseert de gemeente buurten met de gewenste gemengde woningvoorraad. In de hoop dat deze voorraad ook een gedifferentieerde samenstelling van de bevolking oplevert. En in de hoop dat daarmee minder sociale problemen ontstaan.

Dhr. Nieuwenhuis toont aan dat dit principe voor jongeren niet het gewenste resultaat heeft. Hoe zit dat met andere doelgroepen? Geldt dat bijvoorbeeld ook voor senioren? Vereenzamen die misschien sterker in buurten met andere inkomensklassen? Wat is voor welke doelgroep de juiste mengvorm? We moeten daarom terug naar de kern, hoe helpen we huishoudens aan de onderkant van de samenleving het beste verder? Daar hoort betaalbaar wonen bij, daarover geen twijfel. Maar wat is het meest doelmatig? En welke korrel is effectief? Moeten we mengen op het niveau van een bouwblok, of straat, of buurt, of wijk of stadsdeel? En moeten we niet doelgroepgerichter gaan toewijzen? Dhr. Nieuwenhuis sluit af met een oproep tot meer onderzoek. Daar sluit ik me bij aan.  Wie doet mee?

Lees hier het onderzoek.


Cover: ‘1’


Rink Drost

Door Rink Drost

Manager Markt en Verkoop bij Dura Vermeer


Meest recent

Fietspad langs fruitbomen in bloesem, Betuwe door Wolf-photography (bron: Shutterstock)

TNO en RIVM ontwikkelen universele indicatorenset voor een gezonde leefomgeving

Hoe maak je een leefomgeving gezond? TNO en RIVM sloegen de handen ineen en presenteren een basisset indicatoren. De set helpt professionals bij het meten, monitoren en verbeteren van een gezonde leefomgeving.

Analyse

21 mei 2025

Stadsveteraan, Amsterdam door AM (bron: AM)

Zo is (sociale) woningbouw voor senioren in de stad wél mogelijk

De vergrijzing neemt toe, maar het aantal seniorenwoningen groeit nauwelijks door hoge kosten en weinig beschikbare grond. Twee Amsterdamse sociale woonconcepten voor senioren lukt het wél. Wat valt hiervan te leren?

Uitgelicht
Casus

21 mei 2025

Surveillance Software in Tallinn door Gorodenkoff (bron: Shutterstock)

De opmars van AI, dit is een routekaart voor toekomstbestendige steden

De opkomst van AI zorgt voor nieuwe ontwikkelingen rondom stedelijk beleid en beheer. Internationaal onderzoek brengt in kaart hoe 250 steden wereldwijd de mogelijkheden van AI verkennen of dit al inzetten om complexe uitdagingen aan te pakken.

Onderzoek

20 mei 2025