2014.11.17_Nieuwe transformatie vraagt om sturingsmix_cover

Nieuwe transformatie vraagt om sturingsmix

17 november 2014

5 minuten

Verslag “We moeten naar een sturingsmix toe. Bij transities draait het niet om het voorschrijven van de toekomst, maar het samen op weg zijn naar de toekomst. Afgelopen jaren is geprobeerd om vooral de opkomende alternatieve transities te versnellen en te bekrachtigen. Echter, nu moet ook het verouderde industriële complex gefaseerd afgebroken worden". Dit stelde Derk Loorbach op 31 oktober bij zijn intreerede als bijzonder hoogleraar Socio-economische transities bij de Faculteit Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam.

Inaugurele rede prof. dr. Derk Loorbach

De nieuwe transformatie is niet één grote verandering maar zal opnieuw een optelsom zijn van verschillende transities, die op hun beurt ook weer sequenties van transitiepunten zijn. De toenemende ongelijkheid, de spanning en de druk die zit op de betaalbaarheid van grondstoffen, basisvoorzieningen en het onvermogen van de overheid om met adequate oplossingen te komen, leiden tot ongenoegen en onzekerheid. Er is een grote urgentie om te komen tot een andere politiek, een ander soort leiderschap en een ander soort sturing. De maatschappelijke en academische weg voorwaarts is om vanuit de praktijk en samen met de praktijk te werken aan inzichten en te experimenteren met nieuwe vormen.

Vijftien jaar geleden werd binnen het transitiemanagement nagedacht over de grote vraagstukken van deze tijd. Klimaatverandering, grondstoffenschaarste, sociale en economische ongelijkheid maar ook de lange termijn ontwikkelingen van demografische veranderingen, ICT-ontwikkelingen en mondiale geopolitieke verhoudingen wezen op de toenemende problematiek van de samenleving. De onvolhoudbaarheid van onze samenleving bleek toen al evident. De gedachte destijds was, dat met alleen overheidsbeleid, economische prikkels, marktwerking en innovatie het doel niet bereikt wordt. Veel fundamentelere grotere veranderingen zijn nodig. De vraag die hierop volgde, luidde dan ook: Als zulke grote systeemwijzigingen nodig zijn, wat is dan de wijze waarop samenleving en overheden om kunnen gaan met die grote veranderingen?

“To transition” heeft drie betekenissen;
1. Over transities. Vijftien jaar geleden was binnen het vak transitiemanagement nog nauwelijks iets ontwikkeld. Gezamenlijk werd ontdekt wat transities nu eigenlijk zijn. Wat heeft ons dat geleerd?
2. In transitie zijn oftewel transitioneren: de transitie maken van het één naar het ander.
3. Ten transitie! is de activistische kant. De academische, politieke en maatschappelijke gemeenschappen worden opgeroepen om actie te ondernemen.

1. Over transities

Rond de eeuwwisseling ontstonden grote veranderingen zoals de Industriële Revolutie, die werd aangejaagd door de ontdekking van de stookmachine, ontginning van fossiele brandstoffen, nieuwe technologieën en de staalproductie. De trek naar de stad was begonnen wat tot allerlei nieuwe problemen leidden; hygiëneproblemen en sociaal-economische spanningen. Als reactie daarop ontstonden weer nieuwe vormen van vernieuwing, zoals de natie- en de welvaartstaat.

evolutionair stapsgewijs

Transities betrekken zich volgens bepaalde patronen. Onderscheid kan gemaakt worden tussen verandering in het algemeen en de nieuwe schoksgewijze fundamentele systeemveranderingen die transities zijn. Gedreven door een aantal basismechanismen, is de moderne samenleving schoksgewijs via allerlei spanningen, stappen en patronen tot stand gekomen. Transities zijn systeemrevoluties. Ze spelen op de lange termijn, terwijl ze op de korte termijn veel meer een karakter hebben. Het is een langdurig proces van vooruitgang en innovatie. De Industriële Revolutie is een proces van modernisering geweest: een optelsom van alle onderliggende transitieprocessen. Behalve alle voordelen, heeft dit ook tot een samenleving geleid, die fossiel intensief is geworden.

2. In transitie zijn

Hoe zijn transities te sturen? Transities zijn complex, alomvattend en niet te voorspellen. Afgelopen vijftien jaar is in allerlei domeinen geprobeerd om de transitieprocessen te begrijpen. Tegelijkertijd willen onderzoekers een bijdrage leveren aan de veranderende praktijk, het inzicht op kunnen doen over hoe die contexten werken, waar het vast zit, wat de transitiedynamiek is en waar de volgende stappen te nemen zijn. Tegenwoordig wordt veel gepraat in termen van valorisatie: het brengen van kennis uit de universiteit naar de samenleving. Echter, het pad dat binnen de transitiekunde is gevolgd, kent een ander model: het in de samenleving ontwikkelen van kennis op zo’n manier dat deze ook een bijdrage levert aan de verandering.

an apocalypse in slow motion

In het innovatie- en duurzaamheidbeleid komen organisaties eigenlijk niet verder dan het verbeteren en optimaliseren van het bestaande. De alternatieven zijn zichtbaar en beschikbaar maar er is sprake van een “lock-in”, oftewel een probleem industrieel complex. Bedrijven gaan wat schoner en efficiënter werken, maar in de kern verandert het niet; transities vinden nog niet plaats. Dit wordt ook wel een “” genoemd; we zien dat het bestaande pad vastloopt, we zien de alternatieven, maar het lukt ons niet om van pad te wisselen.

3. Ten transitie!

Een drietal sturingmechanismen hebben de Industriële Revolutie mogelijk gemaakt: fossiele grondstoffen, lineair model van kennisontwikkeling en innovatie. Dit blijft echter een centraal georganiseerd systeem. Aan de andere kant staan alternatieven, die gebaseerd zijn op fundamenteel andere principes: hernieuwbare energie, circulariteit en “panarchy”, dat letterlijk “iedereen stuurt” betekent. Vaak wordt een mix van verschillende vormen van sturing gebruikt die past bij de context waarin iets is ontstaan. De overheid krijgt een nieuwe rol: het coördineren van die sturing.

uitfaseren

Inherent zijn drie sturingsmechanismen te onderscheiden. De eerste is het proces van sociale innovatie oftewel: bottom-up. Deze processen kenmerken zich door organische ontwikkeling van onderop. Tegelijkertijd heeft niet iedereen de kennis en kunde in huis om puur vanuit bottom-up te opereren; om door de weerstanden heen te kunnen komen, is sturing en structuur van bovenaf nodig. Deze nieuwe top-down cultuur kenmerkt zich door acceptatie van de wenselijkheid en onvermijdelijkheid van de transities. Ze stoppen doelbewust met bepaalde activiteiten en ze gaan de alternatieve weg helpen institutionaliseren. Het derde mechanisme dat nodig is, is het van zaken. Bestaande systemen met hun investeringen, opgebouwde belangen en de maatschappelijke waarden die ze hebben geproduceerd, moeten eerst erkend worden. Tegelijkertijd wordt erkend dat ze deels in de weg staan en derhalve deels noodzakelijk uitgefaseerd oftewel afgebroken moeten worden. Dit kan planmatig gerealiseerd worden.

Nieuwe transformatie vraagt om sturingsmix - Afbeelding 1

‘Nieuwe transformatie vraagt om sturingsmix - Afbeelding 1’


Faculteit Sociale Wetenschappen
Erasmus Universiteit Rotterdam
Vrijdag 31 oktober 2014

Zie ook:


Cover: ‘2014.11.17_Nieuwe transformatie vraagt om sturingsmix_cover’


Portret - Tine van Langelaar

Door Tine van Langelaar

Onderzoeksmedewerker bij Staatsbosbeheer


Meest recent

Oosterschelde door Ruud Morijn Photographer (bron: Shutterstock)

Oké, water en bodem sturend – maar niet altijd en overal

Water en bodem sturend, je kunt er bijna niet tegen zijn. Maar we moeten oppassen dat het nieuwe adagium niet alles gaat overheersen, zo waarschuwt columniste Agnes Franzen.

Opinie

19 april 2024

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024

Zuiderpark, Rotterdam door Frans Blok (bron: Shutterstock)

“Openbare ruimte is ontworpen voor (jonge) mannen maar (jonge) vrouwen voelen zich vaak onveilig”

De openbare ruimte voldoet vooral aan de behoeftes van (jonge) mannen, waardoor (jonge) vrouwen zich vaak onveilig voelen. Wetenschappers stelden zeven ontwerpprincipes op zodat gebiedsontwikkelaars aan de inhaalslag kunnen beginnen.

Onderzoek

18 april 2024