2013.05.04_Van stad maken naar stad zijn _500

Van stad maken naar stad zijn

4 mei 2013

5 minuten

Verslag De groeiende economie en toenemende welvaart hebben ertoe geleid dat we de afgelopen eeuw hebben gewerkt aan de uitbreiding van de stad. De groeicurven van de economie, welvaart en demografische ontwikkelingen zijn nu aan het afvlakken, waardoor er bij alle instanties die betrokken zijn in de stedelijke ontwikkeling gaten ontstaan in de financiële begroting. Gemeenten, corporaties en inwoners; als de huidige tendens zich doorzet zullen veel van hen in (nog grotere) financiële problemen komen. We moeten ons, aldus Hans Karssenberg (Stipo), niet meer richten op het maken van steden maar onze wet- en regelgeving, exploitaties en organisatiestructuren gaan richten op het stad zijn.

Nieuw Investeren Met Bestaande Euro’s (Nimb€) – deel 1

Geld- en waardestromen zijn dan niet meer gericht op de marktwerking, of toekomstige groei maar op het hier en nu. Een stad heeft een economie en er zijn geld- en waardestromen waarmee je kunt blijven werken aan opgaven, zoals de sociale problematiek, in de stad. Hoe deze waardestromen nieuwe investeringen kunnen opleveren, wordt onderzocht tijdens het innovatietraject Nimb€, georganiseerd door Stipo, IMI, Kairos Co en Plan-F. NIMB€ staat voor Nieuw Investeren Met Bestaande Euro’s. Tijdens de startbijeenkomst op maandag 22 april werd verkend wat het nieuwe investeringsdenken vraagt van organisaties.

Een voorbeeld van zo’n geldstroom is dat er in een wijk van 4000 huishoudens ongeveer 160 miljoen euro verdiend wordt. Dit geld kent vele eigenaren met vele belangen maar het is er wel. En er zijn veel meer geld- en waardestromen die eerder buiten beschouwing bleven bij stedelijke ontwikkelingen. Hieronder een aantal voorbeelden.

  • Strukton beheert de komende tien jaar negen zwembaden in de gemeente Rotterdam. Het bedrijf ontvangt tien jaar lang de energiekosten die de gemeente zou uitgeven aan het energiebedrijf. Strukton investeert in het energiezuiniger maken van de gebouwen omdat ze voor een periode van tien jaar verzekerd zijn van afname. Door de dalende energiekosten, worden de ingrepen en hiermee de verduurzaming van de gebouwen betaald.

  • Academie van de stad is een stichting die studenten tegen een gereduceerd tarief huisvesting geeft in ruil waarvoor zij werk doen in de wijk. Bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding en andere coachingstrajecten.

  • Bij de woningcorporatie Talis is een pilot om de werkeloosheid in de wijk terug te dringen door onderhoudswerkzaamheden te laten uitvoeren door mensen uit de wijk. Ze doen dit door met de aannemer af te spreken dat minimaal 5% van de werknemers aangetrokken moet zijn uit de wijk.

  • In de zorg zijn locaties in beeld gebracht waarvan de zorgverzekering weet dat daar veel gezondheidsproblemen zijn of komen. Om deze huidige en toekomstige kosten te verminderen investeert de zorgverzekering in preventieve maatregelen zoals sporten voor kinderen.

In deze voorbeelden dienen de investeringen meerdere doelen; studenten helpen in de wijk, zorgen voor verjonging en gaan leegstand van verouderde complexen tegen. In de andere voorbeelden komt dit terug; er zijn vaak meerdere partijen betrokken vanuit verschillende disciplines, waardoor de projectorganisatie complexer wordt. Om al die partijen met de neuzen dezelfde kant op te krijgen heb je iemand nodig die zo’n netwerk kan mobiliseren. Persoonlijk contacten leggen en onderhouden wordt, nog meer dan nu het geval is, een belangrijke succesfactor.

Niet alleen de overheid, maar alle partijen, commercieel of niet, groot en klein, kunnen gezien worden als potentiele maatschappelijke investeerders. De vraag is hoe die partijen tot zo’n investering komen, of alle partijen dit kunnen en hoe je zo’n ontwikkeling kunt initiëren of faciliteren. Deze vragen werden tijdens de bijeenkomst door de deelnemers onderzocht in verschillende werkgroepen. Zij kwamen tot verschillende inzichten. Een belangrijke nieuwe groep investeerders zijn de bewoners. In plaats van bewoners tevreden te stellen gaat het er om het potentieel van de bewoners te zien en te ontwikkelen. Of zoals Helma Schenkeveld (ontwikkelingsbedrijf gemeente Amsterdam) het formuleert: Wat betekent het om bewoners als potentieel te zien en niet als ziek, zwak en misselijk? Om op een goede manier samen te werken met bewoners is een rolverandering nodig naar gelijkwaardige partners. Als voorbeeld noemt Karssenberg de gemeente Roosendaal, waar een klacht aanleiding is om op koffiebezoek te gaan. Vervolgens wordt de de bewoner gevraagd om meer mensen te verzamelen die de klacht delen zodat een tweede gesprek kan plaatsvinden. Op deze manier stimuleert de gemeente zelforganisatie en vorming van collectieven. Drijvende kracht achter een collectief zijn vaak enkele bewoners maar dat kan ook iemand van buiten de wijk zijn, bijvoorbeeld een opbouwwerker.. In dat geval is het belangrijk dat hij of zij dezelfde taal als de bewoners spreekt. Het is niet altijd nodig om een nieuw collectief te vormen, er bestaan al gemeenschappen met een gedeeld geloof, een gedeelde afkomst of traditie.

Om maatschappelijke investeerders te stimuleren of accommoderen is een rolverandering nodig bij de meer traditionele investeerders zoals de overheid, corporatie en de ontwikkelaar. Dit gebeurt nu al bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Waar het ministerie eerst haar goedkeuring gaf aan projecten door mee te financieren wordt er nu gewerkt aan projecten door mee te denken en samen te werken. Deze omslag houdt in dat het ministerie een stukje macht kwijtraakt en dat is best even wennen, aldus Yvonne van Remmen (I&M). De vraag is of alle instanties in staat zijn om zo’n rolverandering door te maken, of dat het verstandiger is de huidige instanties af te breken en ruimte te maken voor nieuwe instanties. Ook werd voorgesteld om instanties met elkaar te verbinden. Een goed verbonden netwerk van innoverende partijen is nodig om traditionele partijen te overtuigen van hun nieuwe rol. Voorbeelden en lessen geleerd uit vaak kleinere bottom-up ontwikkelingen kunnen samen, in een netwerk, een groter verhaal vertellen.

*NIMB€ is een innovatietraject, georganiseerd door Stipo, IMI, Kairos Co en Plan-F en staat voor 'Nieuw Investeren Met Bestaande Euro’s'. In totaal zijn vijf bijeenkomsten georganiseerd die tot doel hebben mensen te verbinden die al ervaring hebben met deze nieuwe investeringsmodellen en een overzicht geven van relevante trends en ontwikkelingen. Daarnaast bepalen de deelnemers een aantal thema’s die in de volgende bijeenkomsten worden uitgewerkt. Gebiedsontwikkeling.nu was bij alle bijeenkomsten aanwezig en ontsluit in samenwerking met de organisatie de kennis en ideeën.

Overige verslagen uit deze reeks:


Cover: ‘2013.05.04_Van stad maken naar stad zijn _500’


Portret - Judith van Hees

Door Judith van Hees

YP-redacteur Gebiedsontwikkeling.nu | Eigenaar Natural Urban


Meest recent

Bovenbouwwerkplaats Wisselspoor, Utrecht door Synchroon (bron: Synchroon)

Van Werkspoor naar Wisselspoor, transformatie met de menselijke maat

Een voorheen afgesloten spoorterrein aan de rand van de Utrechtse binnenstad krijgt een nieuwe invulling. Synchroon herontwikkelt het gebied tot Wisselspoor, met de Cityplot als structurerend principe.

Uitgelicht
Casus

23 april 2024

De slotmanifestatie door Ingrid Koenen, studio IK (bron: EFL Stichting)

Waarom ontwerpen aan een klimaatrechtvaardige wereld nodig is

De klimaattransitie kan allerlei gevolgen hebben, niet in de laatste plaats voor de ruimte. Welke rol speelt rechtvaardigheid daarin? De EFL Stichting liet drie teams daarop studeren, Hilde Blank reflecteert.

Interview

22 april 2024

Luchtfoto van een knooppunt in Nederland door Ground Picture (bron: shutterstock)

Verandert de rechtsstaat in een beleidsstaat?

Beleidsmakers overschaduwen juristen. En dat is slecht voor hoe overheden milieu- en omgevingsrecht vormgeven. Dat stelt scheidend universitair hoofddocent Fred Kistenkas.

Interview

22 april 2024