Riek Bakker (2020) in Hotel New York door Master City Developer (bron: Master City Developer)

Voor Riek Bakker was het alles of niets in gebiedsontwikkeling

24 januari 2022

10 minuten

Recensie Riek Bakker stond aan de basis van wat we nu als gebiedsontwikkeling kennen. In ‘De ruimte van Riek’ kijkt ze terug op haar leven en werk. Recensent Jaap Modder concludeert in zijn analyse van de aanpak van deze kordate vakvrouw: “Ze liep soms net iets te ver voor de troepen uit, sorteerde daarmee doorbraken en successen maar daardoor liep het soms ook mis.”

Zeventien jaar geleden verscheen ‘BVR NL Ruimte en Regie’ (bij Thoth). Het was een soort vriendenboek voor Riek Bakker ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van BVR, nee BVR staat niet voor Bureau van Riek maar voor Bakker en Van Rijs.

Wat we nu gebiedsontwikkeling noemen heette daar nog strategische stedenbouw. Gebiedsontwikkeling moest een verbreding van het vak worden, kort gezegd: een goed plan is niet voldoende, samenwerking tussen partijen is essentieel voor succes.

Opvallend is dat er in dat vriendenboek nog nauwelijks over de rol van de burger werd gesproken, de nieuwigheid was de manier waarop de overheid en de partijen in de markt met elkaar zouden moeten omgaan.

Kop van Zuid, Rotterdam door dropStock (bron: shutterstock.com)

‘Kop van Zuid, Rotterdam’ door dropStock (bron: shutterstock.com)


En dan is er nu weer een ‘Riek boek’. Geen vriendenboek, wel een vriendschappelijk boek. Riek Bakker organiseerde het zelf, haalde een twaalftal sponsors bij elkaar en vroeg Margreet Fogteloo als co-auteur. De aanleiding vormde Riek’s 75ste verjaardag en haar behoefte om terug te kijken, niet alleen op haar projecten maar ook op haar aanpak en opvattingen over het vak.

Werk en leven

De inhoud is bijzonder. Want het gaat niet alleen over het werk van Riek Bakker, haar leven komt ook ruim aan bod. Een soort biografie dus, dit boek, en daardoor misschien wel interessanter omdat bij deze vakvrouw leven en werk sterk vervlochten zijn.

Elk hoofdstuk over het werk wordt aangevuld met een hoofdstuk over haar leven. Ik las die verspreide hoofdstukken achter elkaar. We lezen over haar relaties met collega’s en werkgevers maar ook over haar liefdesleven, haar gezondheid en het leven in een radarpost en later in een boerderij met haar levenspartner Katrien en hun aangenomen kinderen.

We zien hoe het toeging bij het destijds vooraanstaande bureau Zandvoort. Riek kon niet met iedereen overweg, speelde het spel altijd hard, nam risico’s en liep bijgevolg nogal eens tegen het einde van haar houdbaarheidstermijn aan. Na Zandvoort kwamen Bakker en Bleeker (later B+B), de gemeente Rotterdam waar ze een doorbraak bewerkstelligde in het plan Kop van Zuid maar na een verloren strijd met het grondbedrijf van de gemeente naar het Havenbedrijf Rotterdam vertrok. Daarna volgden nog BVR en Riek Bakker Advies.

Kop van Zuid: stedelijke inbreiding in Rotterdam door R. de Bruijn_Photography (bron: Shutterstock)

‘Kop van Zuid: stedelijke inbreiding in Rotterdam’ door R. de Bruijn_Photography (bron: Shutterstock)


Natuurlijk komen de grote successen langs: Kop van Zuid in Rotterdam en Leidsche Rijn in Utrecht (in de BVR-periode). Maar ook de kleinere kralen, niet altijd geslaagd, aan haar ketting passeren de revue: de regio Groningen-Assen, Tilburg, Schiedam, Soesterberg en Winterswijk. En dan is er een niet onbelangrijk hoofdstuk over haar werk in de Adviescommissie Gebiedsontwikkeling en een slothoofdstuk waarvan zeker is dat het door Bakker zelf geschreven is.

Het lijkt erop dat het grootste deel van dit boek van de hand van Margreet Fogteloo is. De lezer moet er overigens naar raden wie wat schreef. De heel aardige schilderijen waarmee dit boek gelardeerd is, zijn in ieder geval van de hand van Bakker. Niet onvermeld moet blijven dat het boek een aantal QR-codes bevat die naar podcasts leiden over de onderwerpen in het boek.

Kop van Zuid

Het hoofdstuk over Rotterdam-Zuid en de Kop van Zuid bevat een prachtige zwart-wit luchtfoto met de Erasmusbrug in aanbouw en een deel van de Wilhelminapier. Kale boel, nauwelijks bebouwing. Hier maken we kennis met de methode Riek. Meteen na haar aantreden bij de gemeente Rotterdam begon ze te drukken. Het jaar na haar aankomst lag er al een nieuw stadsplan met 30 prioritaire gebieden en plannen. Ze had steun van het gemeentebestuur, in het bijzonder van de burgemeester Bram Peper. Teun Koolhaas maakte in drie maanden een stedenbouwkundig plan en Riek ging er mee de boer op, binnen en buiten de burelen van de gemeente.

Kop van Zuid door Gerard Stolk (bron: flickr.com)

‘Kop van Zuid’ door Gerard Stolk (bron: flickr.com)


Niet alleen haar daadkracht viel op. Bakker bleek ook een vernieuwer. Na een bezoek aan de Verenigde Staten ontwikkelde ze het concept van het Q-team, zeg maar onafhankelijke kwaliteitsbewaking. En toen het balletje op de Kop van Zuid ging rollen, introduceerde ze placemaking, inmiddels een vast bestanddeel van gebiedsontwikkeling om onbekend terrein onder de aandacht van een grote groep mensen te brengen. Om daar gevolg aan te geven was een verbinding tussen het centrum van Rotterdam en Zuid essentieel. Die kwam er en het werd ook nog eens de duurste variant. Maar wie nu precies de Erasmusbrug van Ben van Berkel er doorheen drukte wordt in het boek niet duidelijk. Zeker is wel dat het een succes werd.

De aanpak van Riek? Organiseer proces en inhoud en neem zelf de leiding

Na haar vertrek bij Rotterdam bleef Bakker vanuit BVR actief bezig met het gebied via het Q-team. Dankzij een politiek initiatief in 2009 gericht op (het grotere) Rotterdam-Zuid kon ze haar gebiedsvisie uit 1998 actualiseren en ontstond een voor Nederland uitzonderlijk nationaal programma om dit kwetsbare deel van Rotterdam te versterken. De ‘moeder van Rotterdam-Zuid’, zo concludeert Fogteloo niet onterechte.

Leidsche Rijn

Dertigduizend woningen aan de westkant van Utrecht en perfect verbonden met de stad, dat was het stedenbouwkundige kunststukje van Riek Bakker in een stad met een heel andere en minder doenerige cultuur dan Rotterdam. Het ging om twee projecten die alles met elkaar te maken hadden. Het idee achter het Utrecht City Project (UCP) was om de verbindingen tussen delen van de stad te verbeteren. Het ging hierbij onder meer om de verbinding tussen het stadscentrum en Leidsche Rijn, de grootste Vinex-locatie van het land.

Woningen, Leidsche Rijn door Henriette V. (bron: Shutterstock)

‘Woningen, Leidsche Rijn’ door Henriette V. (bron: Shutterstock)


Utrecht hikte tegen deze opgave aan, mede omdat de beoogde nieuwbouwlocatie gedeeltelijk in buurgemeente Vleuten de Meern lag. Bakker bracht de burgemeesters bij elkaar en organiseerde de manschappen. In 1994 werd gestart en een jaar later lag er een masterplan.

Wat was nou de succesformule? Een goede analyse vooraf, snelle acties, transparantie en niet te veel hiërarchie. Stedenbouwkundig was Bakker wars van de gangbare ‘pindakaasmethode’: terrein plat, zand erover en bouwen. Ze maakte een kaart waarop stond welke bestaande kwaliteiten behouden moesten blijven. Mooi idee, maar het uiteindelijk paste het beoogde programma er niet in. Oplossing, een park over de snelweg A2, een overkapping. Daardoor ontstond toch voldoende groene openbare ruimte.

Riek moest er, vanwege de hoge kosten, nog wel een paar ministers van overtuigen. Eén zin valt hier wel op: ‘Natuurlijk was participatie een must’. Meer niet. Het is duidelijk dat het er vooral om ging de beide gemeenten op één lijn te krijgen. Met een park in het midden van het plangebied lukte dat wel. Het is een van de redenen dat Leidsche Rijn een duur plan is geworden. En tot op de dag van vandaag wordt er ‘met de begroting geworsteld’.

De formule? Een goede analyse vooraf, snelle acties, transparantie en niet te veel hiërarchie

Het UCP kwam er uiteindelijk wel, maar toen was Bakker met BVR inmiddels al vertrokken. In Utrecht waren de Leefbaren aan de macht gekomen en burgemeester Ivo Opstelten vertrok naar Rotterdam. BVR ging met bureau en al achter Opstelten aan terug naar 010. Leidsche Rijn is zeker van de hand van BVR, hoe dat met het later alsnog uitgevoerde UCP zit wordt niet duidelijk in het boek.

Buiten de Randstad

Midden negentiger jaren verhuisde Bakker tijdelijk naar het hoge Noorden. Een klassiek planningsprobleem daar: suburbanisatie. Midden- en hogere inkomens ruilden de stad in voor de omliggende gemeenten en die haalden de lusten binnen, de lasten bleven in de stad. BVR ging aan de slag met een oefening regionaal ontwerpen. Door het regionale watersysteem als gemeenschappelijk belang te definiëren kreeg Bakker alle betrokkenen van binnen en buiten de stad bij elkaar waardoor het idee ontstond stad en ommeland in samenhang te ontwikkelen.

Er kwam een ‘regiovisie Groningen Assen’ die er voor zorgde dat niet alleen de Haagse subsidiepotten opengingen maar ook dat denken en handelen op regionale schaal een beetje gewoner werd.

Vinex Leidsche Rijn door Martijn van Exel (bron: Flickr.com)

‘Vinex Leidsche Rijn’ door Martijn van Exel (bron: Flickr.com)


En dan waren er nog opdrachten in Schiedam, Soesterberg en de Achterhoek. In Schiedam moest Bakker bestuurders van achter hun bureau trekken om na 60 jaar tegenwerking de A4-verbinding Den Haag-Midden Delfland-Rotterdam eindelijk eens te realiseren. Ze liet de partijen hun kanskaarten zien. Sportparken op het dak van de snelweg en ruimte voor nieuwe functies in de stad. Hoe eenvoudig kan het zijn? Maar zoals gezegd: met een goed plan alleen kom je er niet in gebiedsontwikkeling. Bakker sleurde en trok aan alle touwtjes en haalde de bestuurders over de streep. Desondanks geen staande ovatie hier. Daar moeten gebiedsontwikkelaars tegen kunnen.

Soesterberg had een vliegbasis die opgedoekt werd en Bakker werd gevraagd een masterplan te maken. Ze huurde proces- en inhoudelijke expertise in en stond zelf aan het roer (de driehoekstructuur). Ook in dit planproces zie je Riek Bakker als ‘change agent’ die partijen bij elkaar brengt.

En wat was de ‘truc’ in Winterswijk? Park Achterhoek moest het resultaat worden van een grootschalige ‘ruilverkaveling’: zuivelfabriek weg, gezondheidszorg erin. Het ging hier bepaald niet van jetje, mede als gevolg van externe dynamiek. Waarschijnlijk the right place at the wrong time. In 2022 zou dit met meer aandacht voor gezondheid in gebiedsontwikkeling wel eens beter gelukt zijn.

Gebiedsontwikkeling, een nieuw fenomeen

In het boek De ruimte van Riek is ook aandacht voor de start van het denken over gebiedsontwikkeling. Dit valt ironisch genoeg samen met het overboord gooien van de nationale ruimtelijke ordening in 2004 door VVD-minister Sybilla Dekker. Haar credo was: centraal wat moet, decentraal wat kan. En centraal moest er niets meer. Ze kwam ermee weg in het toenmalige politieke klimaat.

Dekker stelde de commissie gebiedsontwikkeling in om de nieuwe aanpak van een inhoudelijk profiel te voorzien. Bakker mocht deze club leiden. Was de commissie een doekje voor het bloeden, een introductiecursus ruimtelijke ordening voor provincies of was men echt uit op een nieuwe aanpak? De commissie evalueerde een aantal provinciale planprocessen en -projecten en publiceerde enkele adviezen. Inhoudelijk is gebiedsontwikkeling natuurlijk een sterk en overtuigend verhaal, het overstijgt de ruimtelijke ordening oude stijl ruimschoots. In de woorden van de commissie ging het in gebiedsontwikkeling om: “het versterken van de slagvaardigheid, een oriëntatie op uitvoeren, het synchroniseren van belangen, het koppelen van dossiers, het genereren van snelheid, het op gang brengen van kwalitatieve en duurzame bewegingen.” (p 137).

De minister kreeg haar over de schutting gegooide bal overigens een aantal malen recht in haar gezicht terug van de commissie. Riek en haar medestanders adresseerden systematisch de noodzakelijke regierol van de rijksoverheid. Opvallend is dat gebiedsontwikkeling bij de start ervan, door deze commissie (rapporten in 2005 en 2007) nog gezien werd als een zaak van institutionele- en marktpartijen wier belangen en ambities bij elkaar gebracht zouden moeten worden. Burgers, als dan niet georganiseerd, en maatschappelijke belangengroepen (milieu, energie, landschap etc.) komen hier (nog) niet in beeld. Ook in Riek’s projectengalerij kom je ze niet tegen. Het boek over gebiedsontwikkeling 2.0 moet nog geschreven worden.

Het draait om de joker

Hoe nu verder? In een laatste hoofdstuk zet Riek de grote problemen en uitdagingen nog even op een rijtje: klimaat, stikstof en het effect van decentralisatie en marktwerking. De kernboodschap is bekend: de overheid moet weer meer de regie nemen voor de ruimtelijke ontwikkeling van het land. Bakker komt met voorstellen voor een andere organisatie en financiering en haalt en passant nog wat oude ideeën uit haar eigen dossierkast: rondje Randstad en Schiphol in Zee. Voor de verdere verstedelijking zou Leidsche Rijn best model kunnen staan. En ze pleit voor eilanden voor de kust in verband met de zeespiegelstijging. De Randstad loopt vol en uitbreiding oost- en zuidwaarts zou geen gek idee zijn, noem het Nieuw Nederlands Peil. Ik doe haar tekort in de wetenschap dat deze voorstellen ook elders inmiddels zijn langsgekomen.

Riek Bakker is een van de grondleggers, hoewel zij qua aanpak een beetje de bullebak van de gebiedsontwikkeling is geworden

Noemenswaardig is de term ‘kathedraaldenken’ die ze vond in een vakpublicatie uit 2010. De kathedraalbouwers bouwden vooral voor de generaties na hen, ze zagen hun eigen werk nooit in voltooide staat. Planners moeten denken als kathedraalbouwers. Ze maken iets voor de toekomstige gebruikers. Als je iets maakt dat de tand des tijds kan doorstaan dan voeg je iets waardevols toe. Zo is het, maar het is goed die waarheid als een koe nog maar eens van stal te halen. Het benadrukt de lange termijnverantwoordelijkheid van de gebiedsontwikkelaar.

‘De ruimte van Riek’ is een must voor gebiedsontwikkelaars. Het geeft niet alleen een beeld van de casuïstiek maar ook van de benadering die bij gebiedsontwikkeling centraal staat. Riek Bakker is een van de grondleggers, hoewel zij qua aanpak een beetje de bullebak van de gebiedsontwikkeling is geworden. Ze liep soms net iets te ver voor de troepen uit, sorteerde daarmee doorbraken en successen maar daardoor liep het soms ook mis. No guts, no glory.

Het boek geeft een goed beeld van haar specifieke aanpak: organiseer proces en inhoud en neem zelf de leiding. Doe het snel, zelfverzekerd, transparant en organiseer verbindingen. En ook: ga op zoek naar de ‘joker’ in het spel, het issue waarmee je partijen bij elkaar kunt brengen.

‘De ruimte van Riek’ is geen kritisch boek. Daarvoor ligt de regie te veel bij Bakker zelf. Productie en inhoud, het komt allemaal samen bij deze kordate vakvrouw. En ook dat schetst haar bloemrijke leven. Lees ‘De ruimte van Riek’, de tweede druk ligt al in de winkel.


Cover: ‘Riek Bakker (2020) in Hotel New York’ door Master City Developer (bron: Master City Developer)


Jaap Modder door Jaap Modder (bron: LinkedIn)

Door Jaap Modder

Brainville, urban and regional planning


Meest recent

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024

Zuiderpark, Rotterdam door Frans Blok (bron: Shutterstock)

“Openbare ruimte is ontworpen voor (jonge) mannen maar (jonge) vrouwen voelen zich vaak onveilig”

De openbare ruimte voldoet vooral aan de behoeftes van (jonge) mannen, waardoor (jonge) vrouwen zich vaak onveilig voelen. Wetenschappers stelden zeven ontwerpprincipes op zodat gebiedsontwikkelaars aan de inhaalslag kunnen beginnen.

Onderzoek

18 april 2024

Zonnepanelen door WHYFRAME (bron: Shutterstock)

De energietransitie anno 2024, op het kruispunt van wegen

Het Nationaal Programma RES publiceert een serie essays waarin wetenschappers kritisch reflecteren op de energietransitie in Nederland. Derk Loorbach bijt de spits af met een historische analyse. Decentraal of centraal, dat is de vraag.

Opinie

17 april 2024