Stadtgeflüster 2. door Siquans, Bernhard (bron: Urban Design Methods, Uitgeverij Jovis)

Zeven methodes om vat te krijgen op stedelijke gelaagdheid

9 juni 2021

7 minuten

Recensie Recensent Jutta Hinterleitner bespreekt zeven onderzoeks- en werkmethodes uit de publicatie ‘Urban Design Methods’ die volgens haar helpen vat te krijgen op de gelaagdheid van stedelijke ruimte en de actoren die daarin bewegen. “In dit boek worden nieuwe en interessante gereedschappen beschreven die kunnen helpen in stadsontwikkeling integraler te werk te gaan.”

De auteurs van ‘Urban Design Methods’, betrokken bij verschillende vakgroepen van de TU Berlijn, hebben in 2006 een interdisciplinair onderwijsexperiment opgezet, de Masterstudie Urban Design, waarbinnen architectuur, landschapsarchitectuur, stedelijke en regionale planning én sociologie (de laatste discipline als vernieuwende speler in de reeks) met elkaar werden verbonden. De sociologie kent andere onderzoeksmethoden, die – toegepast op het ruimtelijk domein – tot nieuwe en verfrissende inzichten en daarmee betere plannen kunnen leiden. De interdisciplinaire samenwerking was de opstap naar het verzamelen van de 27 tools, die in dit handboek worden gepresenteerd.

Snijvlak ruimte en sociaal domein

Na een inleiding over achtergronden en context, wordt een reeks van werkvormen uit de doeken gedaan die kan helpen stedelijke ruimte beter te begrijpen en vervolgens vorm te geven. Bijna alle methoden liggen op het snijvlak van ruimte en het sociale domein, en worden beschreven in tekst en beeld. De introducties van iedere methode beschrijven waar een denkwijze vandaan komt en welke wetenschappers, filosofen of ruimtelijk ontwerpers bij hebben gedragen aan hun ontwikkeling. Ook lees je hoe een tool te gebruiken is. Hoe het in de praktijk werkt staat beschreven in voorbeelden, die laten zien wat er uitkomt als je met deze tool aan de slag gaat. Wie dan nog dieper wil graven, kan de literatuurverwijzingen en links naar concrete projecten ter hand nemen.

Het resultaat van dit soort analyses is een beter begrip van de relatie tussen de stedelingen en een plek

In de volgende paragrafen wordt een aantal tools nader toegelicht. De keuze is gevallen op de tools die iets verder af staan van de traditionele gereedschapskist van de stedenbouwkundige of gebiedsontwikkelaar.

1.Inzicht krijgen in ruimtelijke praktijken
Om te kunnen begrijpen hoe stedelijke openbare ruimte gebruikt wordt, is analyse van het gedrag van stedelingen nodig. Waar lopen zij, waar verblijven ze voor langere tijd en wat doen ze daar? Observatie, het volgen van bewegingen, het analyseren van gebruikssporen, interviews, fotografie of video of het tellen van passanten zijn maar enkele van de mogelijke werkwijzen, die ook kunnen worden gecombineerd. Het resultaat van dit soort analyses is een beter begrip van de relatie tussen de stedelingen en een plek, en kan helpen om plekken beter in te richten voor de behoeftes van de mensen die ze gebruiken.

Een van de voorbeelden die wordt beschreven is een Berlijns project waarbij werd onderzocht of mensen ’s nachts anders door de openbare ruimte bewegen dan overdag. De looppatronen van de voorbijgangers lieten inderdaad zien dat mensen in het donker eerder geneigd zijn de kortste route te lopen, en dat ze verlichte plekken verkiezen boven donkere. Op de donkere stukken bleek dat mensen ook sneller lopen.

Mapping: How do pedestrians move at night? door Lucas Pappert, Lucas Rauch, Jens Schulze (2015) (bron: Urban Design Methods, Uitgeverij Jovis)

‘Mapping: How do pedestrians move at night?’ door Lucas Pappert, Lucas Rauch, Jens Schulze (2015) (bron: Urban Design Methods, Uitgeverij Jovis)


2.Experimenteren
Veldexperimenten kunnen helpen om gedrag van mensen te onderzoeken in alledaagse situaties, waarbij de setting en de variabelen door de onderzoekers gemanipuleerd kunnen worden. Dit helpt om bijvoorbeeld inzicht te krijgen in sociale processen in de openbare ruimte, en hoe mensen zich gedragen of interacteren in verschillende situaties of ruimtelijke contexten.

In een van de beschreven praktijkvoorbeelden werden passanten geconfronteerd met een fake bouwbord dat woningbouw op een geliefde groene locatie aankondigt. Het bleek dat mensen die alleen aan het wandelen waren geen stelling nemen, maar groepjes van twee of meer personen in gesprek raakten en al gauw een positie innamen voor of tegen het project.

Experiment at Urbanhafen. door Brennauer, J., Reifferscheid, J., Binz, S. (2015) (bron: Urban Design Methods, Uitgeverij Jovis)

‘Experiment at Urbanhafen.’ door Brennauer, J., Reifferscheid, J., Binz, S. (2015) (bron: Urban Design Methods, Uitgeverij Jovis)


3.Het mappen van ruimtelijke systemen
Uitgaand van de veronderstelling dat stedelijke ruimte steeds meer een complex geheel wordt van fysieke ruimte, politiek, natuurlijke en sociale processen, kan het mappen van deze ruimte zinvol zijn. Door systemen uit te tekenen met al hun actoren, componenten en subsystemen, ontstaat er meer duidelijkheid en begrip voor hoe ze werken. Daarnaast wordt inzichtelijk op welke schaalniveaus ze functioneren, en wat hun impact is op de stedelijke ruimte. Door alle verbanden in beeld te brengen, kunnen ook verborgen kansen en onderlinge connecties bloot worden gelegd.

Als voorbeeld wordt het project Urban Food System in Kigali (Rwanda) aangehaald. Omdat in deze stad voedsel een belangrijke drager is van de stedelijke én sociale infrastructuur, werd in kaart gebracht hoe het systeem van markten werkte in relatie tot de verdere keten van maaltijdproductie en -consumptie. Het mappen van verschillende systemen rondom verschillende begeerde producten (vlees, koffie, aardappelen en rijst) hielp om de verwevenheid van voedsel met transport, productie en consumptie beter te begrijpen, en te kunnen integreren in de stadsplanning.

Network of Market Typologies Kigali. door Schmiedskamp, Anja Kerstin (2015) (bron: Urban Design Methods, Uitgeverij Jovis)

‘Network of Market Typologies Kigali.’ door Schmiedskamp, Anja Kerstin (2015) (bron: Urban Design Methods, Uitgeverij Jovis)


4.Urban datamining
Datamining wordt in de stedelijke context gebruikt om nieuwe kennis te halen en patronen te ontdekken in de enorme hoeveelheid beschikbare data. Door deze te analyseren kunnen uitzonderingen of abnormale waarden worden onderscheiden, en kunnen trends worden ontdekt of relaties tussen grootheden worden ontdekt.

Een voorbeeld van datamining in steden is het project Treepedia van het MIT Senseable City Lab. In meer dan 30 steden over de hele wereld worden data omtrent de stadsbomen en groenvoorzieningen verzameld. Door verschillende openbare databases te gebruiken (Google Street View, open maps etc.) kunnen de groene longen van verschillende steden worden gewaardeerd en vergeleken.

5.De Actor Netwerk Theorie
De Actor Netwerk Theorie (ANT) werkt met het vertrekpunt dat stedelijke omgevingen worden gemaakt door een groot aantal actoren zoals professionals, leken, gebruikers, maar ook niet-menselijke actoren zoals de natuur en gebouwen. Een doel van de ANT is de positie van de mens (tot voor kort het zelfbenoemde middelpunt van het universum) te verkleinen en de rol van niet-menselijke actoren te vergroten. Door de ruimte waarbinnen stedelijke ontwikkeling zich afspeelt breder te trekken, wordt de rol van de ontwerper kleiner en die van de actoren vanuit een gebied groter. De ANT brengt daarmee mogelijke co-creatienetwerken in kaart, die in de huidige stadsontwikkeling niet meer weg te denken zijn.

Het flaneren en het verdwalen worden beschreven als technieken om afstand te nemen van de alledaagse en praktische kijk op de stedelijke ruimte

Een van de uitgewerkte voorbeelden is de Luchtsingel van ZUS in Rotterdam, waar vele componenten – de bestaande gebouwen en infrastructurele context, de wijken die verbonden moesten worden, de crowdfunders die mee betaalden aan de interventie – zijn geanalyseerd in een ANT. Door het netwerk op een omvattende manier te analyseren, wordt inzichtelijk wat er nodig is om een project zoals dit te laten slagen.

6.Verdwalen: het ontvouwen van het creatieve denken
Gebaseerd op het werk van filosoof Walter Benjamin worden het flaneren en het verdwalen beschreven als technieken om afstand te nemen van de alledaagse en praktische kijk op de stedelijke ruimte. Door te oefenen om ook in een bekende omgeving te ‘verdwalen’, en je door de stad zelf te laten leiden in ontdekkings- en struintochten, kan de kijk op een plek veranderen. Het onvoorspelbare van de struintocht heeft paralellen met niet-lineaire creatieve processen. Ook in ontwerpprocessen kan de ‘omweg’ of het ‘zijpad’ helpen om tot nieuwe inzichten te komen.

Een project uit de Weense wijk Kagran dient als voorbeeld. Hier is door middel van een audiotour een wandeling door stedelijke ruigtes en toekomstige ontwikkelingsgebieden uitgezet, met als doel de wandelaar/luisteraar tot nadenken aan te zetten over de toekomst van de plek.

7.Participatie en spellen
Rollenspellen zijn al sinds de jaren ’60 een middel in participatieprocessen. In gesimuleerde omgevingen worden de rollen van verschillende stakeholders gespeeld, en wordt zo voorgesorteerd op besluitvorming in gebiedsontwikkelingen. Deelnemers raken betrokken bij de vraagstukken die het spel wil helpen oplossen, en krijgen beter begrip voor de meningen en belangen van andere belanghebbenden. Door actoren te vragen hun eigen tegenpartij te spelen, kan het standpunt van de tegenstander beter worden begrepen.

Door actoren te vragen hun eigen tegenpartij te spelen, kan het standpunt van de tegenstander beter worden begrepen

Een van de voorbeelden die wordt aangehaald is het project Nachbarschaft 3000 uit Berlijn, waar in een allochtone buurt door een spel te organiseren, de mensen die hun stem doorgaans niet laten horen, toch betrokken konden worden bij plannen voor de verbetering van hun buurt.

In het boek worden veel verschillende tools besproken die helpen een plek en de gebruikers met andere ogen te bekijken. En de relaties tussen mensen, maar ook die tussen institutionele partijen beter te begrijpen. Hoe meer je over de context waarin je aan het werk gaat te weten komt, hoe beter je hierop in kunt spelen in een gebiedsontwikkeling. Het goed kijken naar de plek zelf zit in de genen van stadsontwikkelingsprofessionals, maar de analyse van sociologische componenten zoals gedrag kan hier een bruikbare toevoeging op zijn.
Het boek nodigt uit tot een speelse en creatieve kijk op de stedelijke ruimte, op de actorennetwerken die de stad maken en reikt methodes aan die kunnen helpen om meer vanuit de gebruikers te denken. Met hopelijk integralere plannen voor onze steden tot gevolg.


Urban Design Methods
Undine Giseke / Martina Löw / Angela Million / Philipp Misselwitz / Jörg Stollmann (Red.)
Uitgeverij Jovis, Berlijn
256 p., Engels
ISBN 978-3-86859-571-0


Cover: ‘Stadtgeflüster 2.’ door Siquans, Bernhard (bron: Urban Design Methods, Uitgeverij Jovis)


Jutta Hinterleitner 2

Door Jutta Hinterleitner

Onderzoeker Leerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft


Meest recent

David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad door Joost Zonneveld (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Slim verdichten via de zachte stad

De druk op onze steden wordt in de komende jaren alleen maar groter. Hoe zorgen we dan voor een leefbare woonomgeving? Deze vraag stond deze week centraal tijdens de laatste sLIM-bijeenkomst, met ‘Soft City’-auteur David Sim als gastspreker.

Verslag

19 april 2024

Oosterschelde door Ruud Morijn Photographer (bron: Shutterstock)

Oké, water en bodem sturend – maar niet altijd en overal

Water en bodem sturend, je kunt er bijna niet tegen zijn. Maar we moeten oppassen dat het nieuwe adagium niet alles gaat overheersen, zo waarschuwt columniste Agnes Franzen.

Opinie

19 april 2024

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024