Het Vondelpark in Amsterdam door Jan van der Wolf (bron: Shutterstock)

Zeven principes voor werken aan gezonde gebiedsontwikkeling

Analyse Gebiedsontwikkeling die uitgaat van een gezond leven raakt aan de kern van ons bestaan. Als begrip is gezonde gebiedsontwikkeling in opkomst, maar er zijn nog weinig handvatten voorhanden voor gebiedsontwikkelaars, in denken en doen. Daarom formuleren adviseur en onderzoeker Wouter Jan Verheul en collega’s zeven principes voor het werken aan gezonde gebiedsontwikkeling.

1 Benut gezondheid als aantrekkelijk frame

De gezonde stad en gezonde gebiedsontwikkeling. We horen er steeds vaker over. Het doet denken aan de tijd van tien á vijftien jaar geleden toen het begrip duurzaamheid populair werd als leidend principe voor stedelijke (gebieds)ontwikkeling. Gezondheid is wellicht een aantrekkelijker frame dan duurzaamheid. Duurzaamheid is een – soms te – algemeen concept waar iedereen wat anders onder verstaat. Ook voelt niet iedereen zich door duurzaamheidsbeleid aangesproken. Het voordeel van gezondheid is dat het dicht(er)bij mensen staat. Want met een beroep op gezondheid raken we een gevoelige snaar: we zien ons zelf graag gezond door het leven gaan en wonen niet graag in een ongezonde omgeving. Beleidsmakers, ontwerpers en andere professionals die werken aan gebiedsontwikkeling kunnen daarop aansluiten.

Het verbeteren van onze leefomgeving voor meer gezondheid heeft overigens op onderdelen overlap met duurzaamheidsbeleid. Denk aan de verbeteringen op het gebied van lucht en geluid. Ter illustratie: volgens het RIVM ondervond maar liefst 12,9 procent van inwoners in Nederland in 2020 geluidsoverlast van wegverkeer en in transformatiegebieden ligt dat percentage hoger. Een duurzaam mobiliteitsbeleid met een minder dominante plek voor de auto, leidt tot een schonere en gezondere stad. Dit heeft vooral betrekking op preventie. Bij het werken aan een gezonde leefomgeving worden naast verbeteringen aan onder andere lucht en geluid ook doelen nagestreefd die onder de vlag van duurzaamheid minder aandacht krijgen. Dit zijn met name zaken van gezondheidsbevordering. Denk bijvoorbeeld aan een omgeving die ons prikkelt om meer te bewegen: te lopen, te fietsen of op een andere manier sportief bezig te zijn. Een voorbeeld is de – overigens nog geringe – aanwezigheid van sporttoestellen in de openbare ruimte.

We worden qua toenemende zorgkosten en het tekort aan zorgverleners met een groot probleem geconfronteerd

Andere doelen van een gezonde leefomgeving zijn het versterken van onze mentale gezondheid en het aanzetten tot gezonder eten en drinken. De – eveneens nog beperkte – komst van gratis waterpunten illustreert dit. Gezonde gebiedsontwikkeling is onmiskenbaar in opkomst en er valt in onze leefomgeving nog veel gezondheidswinst te behalen. Zeker gezien de grote woningbouwdoelstelling in Nederland, waarbij op veel plekken verdicht wordt, is het raadzaam het adagium van gezondheid leidend te laten zijn. Het RIVM heeft ook een programma Gezonde Leefomgeving opgezet en definieert een gezonde leefomgeving als een omgeving die schoon en veilig is, beschermt tegen gezondheidsrisico’s en mensen aanzet tot beweging en ontmoeting.

Arcadis | Over Morgen organiseerde op 2 november dit jaar een meet-up voor vakgenoten over een gezonde stedelijke leefomgeving. Gedurende deze middag vonden een vruchtbare uitwisseling van ideeën plaats tussen adviseurs, onderzoekers, projectontwikkelaars en vertegenwoordigers van gemeenten. Deze uitwisseling diende als inspiratie voor deze formulering van zeven principes voor het werken aan gezonde gebiedsontwikkeling.

2 Gebruik gezondheid als noodzakelijk én verstandig sociaal-ruimtelijk beleidsdoel

Een gezonde leefomgeving is niet alleen een aantrekkelijk frame, het is ook noodzakelijk en verstandig om er financieel in te investeren. Zowel vanuit persoonlijk als publiek belang. In onderzoek van de Sociaal Economische Raad (SER) uit 2020 is berekend dat in 2040 maar liefst een derde van de publieke sector in de zorg werkzaam moet zijn en een kwart van de totale beroepsbevolking, om ons huidig zorgniveau te kunnen volhouden. Dat is zowel qua kosten als qua personeel onmogelijk. Bovendien neemt het aantal beschikbare mantelzorgers flink af. Oorzaken zijn de vergrijzing, de steeds kleinere gezinnen en de toename van de eenpersoonshuishoudens. We worden qua toenemende zorgkosten en het tekort aan zorgverleners met een groot probleem geconfronteerd. Dit kunnen we alleen oplossen als we de zorguitgaven verlagen en dat betekent werken aan een gezonde leefomgeving. Zoals het beroemde citaat van Albert Einstein aangeeft: “We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.” Zo kunnen we niet eindeloos extra geld naar de zorg blijven schuiven.

Rokende mensen op het vliegveld door DedMityay (bron: Shutterstock)

‘Rokende mensen op het vliegveld’ door DedMityay (bron: Shutterstock)


De oplossing ligt dus eerder in een ander domein dan de zorg. Een gezonde levensstijl wordt enerzijds beïnvloedt door sociaal-culturele factoren. Denk aan opvoeding, onderwijs en de rol van gelijkgestemden die mede bepalen of we veel roken, drinken, ongezond eten en weinig bewegen gewoon vinden. Anderzijds wordt een gezonde levensstijl bepaald door de fysieke leefomgeving: de plekken waar we verblijven. Gezonde gebiedsontwikkeling richt zich vooral op het maken van een fysieke omgeving waarin we worden aangezet tot een gezonde levensstijl. Hierbij laat onderzoek van het PBL zien dat kwetsbare wijken ook een relatief slechtere leefomgevingskwaliteit hebben, waardoor dit de gebieden zijn waar de grootste gezondheidswinst valt te behalen.

Als de lucht die we inademen gezond is, als de omgeving stressfactoren reduceert – zoals lawaai, stank, verkeersdrukte, hitte en dergelijke – en als we worden aangezet om meer te bewegen, gezonder te eten en op een prettige manier mensen te ontmoeten: dat draagt allemaal bij aan een gezondere levensstijl. Zo kunnen we onbeheersbare zorgkosten in de toekomst voorkomen.

3 Koppel sociaalpsychologische kennis en beleid met de fysieke wereld

Dat gebiedsontwikkeling zich vooral richt op de fysieke leefomgeving, is voor het versterken van een gezond leven zowel een kans als een valkuil. Gebiedsontwikkeling heeft een ruimtelijke focus en wordt als vakgebied sterk ingevuld door planologen, vastgoedexperts, stedenbouwkundigen en architecten. Deze disciplines zijn belangrijk voor het vormen van een leefomgeving waarin het gezond bewegen is, waar groen en gezonde lucht de boventoon voert, waar hittestress wordt beperkt en er publieke ruimtes zijn voor rust en ontmoeting. Tegelijkertijd is het van groot belang dat kennis uit de sociale en psychologische disciplines wordt gebruikt om te bepalen of en zo ja op welke wijze de in de fysieke wereld voorgestelde interventies effect hebben.

Zo zullen fysieke interventies moeten worden bekeken vanuit de ‘capability approach’: de vraag of en op welke wijze de beoogde gebruikers in staat zijn om van een fysieke voorziening gebruik te maken. Een eenvoudig voorbeeld is het aanleggen van fietspaden om meer beweging te stimuleren en een schonere lucht te creëren. Gebeurt dit in een wijk waar mensen vanuit hun culturele achtergrond niet kunnen of gewend zijn te fietsen, dan heeft een dergelijke fysieke interventie weinig effect. Sociaal-culturele interventies zullen dan gepaard moeten gaan met de verbeteringen in de fiets infrastructuur, denk aan campagnes of het aanbieden van fietscursussen.

Investeren in multimodale mobiliteit en terugdringen van autoafhankelijkheid gaat niet alleen om mobiliteitswaarde

In de fysieke wereld bestaat soms (onbewust) de denkfout dat door een ruimtelijke voorziening te plannen, ontwerpen en ontwikkelen de bijdrage aan sociale of gezondheidsdoelen automatisch is geleverd. Wie fysieke interventies uit het verleden bestudeert, ziet geregeld dat ze hun doel niet – of maar beperkt – hebben bereikt. Zo is het maken van ontmoetingsruimten een populair thema geworden in de wereld van gebiedsontwikkeling, maar of er daadwerkelijk behoefte aan ontmoeting is en hoe ontmoeting wordt geprikkeld en geborgd, blijft nog te vaak een blinde vlek. Iemand die eenzaam of ongelukkig is, heeft lang niet altijd behoefte aan ontmoeting. En ieder mens heeft soms behoefte aan anderen ontmoeten in de publieke ruimte, maar soms ook juist aan een plek voor rust en stilte.

De fysieke wereld van gebiedsontwikkeling heeft dus kennis uit (omgevings)psychologie nodig. Er liggen in het verbinden van die disciplines kansen. Juridisch gezien mag een gemeente op basis van de Omgevingswet geen snackbar weren in een wijk om gezondheidsreden (alleen eventueel om ruimtelijke redenen als er te veel verkeersdrukte zou ontstaan). Ontwerpers en beleidsmakers kunnen dan eerder gebruik maken van de psychologie en de kennis van nudges: subtiele prikkels die een bepaald gedrag stimuleren of ontmoedigen. Een simpel voorbeeld daarvan is het prominent positioneren van een trap in een kantoor of station en de roltrap of lift onopvallender maken. Dit gebeurt om ons zo onbewust tot meer bewegen aan te zetten. Uit het onderzoek Families & Food van de GGD Amsterdam blijkt dat tienermeisjes in de Bijlmer in hun dagelijkse routes (bijvoorbeeld van huis naar school) meer dan 200 keer per dag met ongezond voedsel wordt geconfronteerd. Kunnen we een leefomgeving maken die prikkelt tot gezonder eten?

4 Verbind zorgverzekeraars en andere financiële stromen

Als we slimmer en effectiever willen werken aan een omgeving die zorgkosten bespaart, is het ook logisch dat we gaan kijken naar de financiële stromen van gebiedsontwikkeling, zorginstellingen en zorgverzekeraars en andere sociale uitgaven. Gezonde gebiedsontwikkeling is per definitie een vorm van meervoudige waardecreatie. Investeren in multimodale mobiliteit en terugdringen van autoafhankelijkheid gaat niet alleen om mobiliteitswaarde. Het verminderen van auto’s op straat leidt tot schonere lucht, minder lawaai, meer veiligheid en meer ruimte voor groen en speelplekken. Als tegelijkertijd lopen en fietsen worden gestimuleerd, leidt dat tot meer beweging. Kortom, investeringen in multimodaliteit en minder auto-afhankelijkheid in gebiedsontwikkeling, dragen dus bij aan heel veel verschillende waarden.

Verkeer op de Erasmusbrug in Rotterdam door DNieuwland (bron: Shutterstock)

‘Verkeer op de Erasmusbrug in Rotterdam’ door DNieuwland (bron: Shutterstock)


Voor de financiering is het lastig dat gemeentelijke begrotingen vaak sterk zijn verkokerd. Uitgaven aan gezondheid, milieu, verkeer, sport en zo voorts zijn gescheiden. Ook doet zich het probleem voor dat de kostendragers niet altijd de baathebbers zijn. Als bijvoorbeeld huiseigenaren hun tuinen onttegelen en vergroenen, leidt dit tot minder kosten voor wateropvang bij het waterschap. En als gemeenten bomen planten in een straat, leidt dit tot minder hittestress van omwonenden en een lagere energierekening van kantoren en huiseigenaren, omdat zij minder de airconditioning hoeven te gebruiken.

We lossen deze kostendragers-baathebbers dilemma’s alleen maar op als we financiële stromen beter aan elkaar weten te verbinden. Bij gebiedsontwikkeling betekent dit dat verschillende partijen bij elkaar aan tafel moeten schuiven om te bekijken hoe zij gezamenlijk investeringen kunnen doen die nu blijven liggen. Een bijzondere rol aan die tafel kan weleens weggelegd zijn voor de zorgverzekeraars. Zij kunnen aan de voorkant financieel bijdragen aan interventies in onze leefomgeving, die zorgen dat wij minder een beroep hoeven doen op zorguitgaven die door verzekeraars worden gedekt. Op deze manier worden dus preventieve uitgaven met curatieve uitgaven verbonden en waar mogelijk tegen elkaar weggestreept. Deze manier van denken is nog onvoldoende uitgekristalliseerd in standaardprocessen, maar heeft veel potentie wanneer we zorgkosten willen beteugelen en een gezonde omgeving echt mogelijk maken.

5 Gebruik monitors en andere kennisbases

Het onderbouwd investeren in een gezonde leefomgeving kan alleen als we de kennis op orde hebben van de verschillende componenten van gezondheid in stad en wijk. Sinds enkele jaren wordt de Arcadis Gezonde Stads Index (GSI) uitgegeven: een index waarmee een aantal steden in Nederland op vijf belangrijke aspecten van gezondheid wordt gescoord. Van gezonde lucht, tot ruimte voor beweging, van klimaat adaptieve maatregelen zoals de vermindering van hittestress, tot de verbetering van sociale ruimtes. Op dit moment wordt gewerkt aan een variant op wijkniveau. De waarde van dergelijke indices is met name het lerend effect. Bij iedere score is vooral de vraag relevant: hoe in de toekomst hoger te scoren? Hoewel media vaak geïnteresseerd zijn in welke steden hoog of laag scoren, is het verhaal achter de cijfers belangrijker, net als het verkrijgen van een totaalbeeld. Toch kunnen de cijfers uit monitors als de GSI helpen als peilstok van beleid. Net als dat het nuttig is om af en toe op de weegschaal te gaan staan en je gewicht te meten als indicatie van je gezondheid. Lichaamsgewicht zegt zeker niet alles, maar als we een trend waarnemen van gewichtstoename of -afname is dat een bruikbare indicatie. Ook bij steden gaat het er niet om dat we ze alleen vergelijken met elkaar, het gaat vooral om het eigenvergelijk door de tijd heen: hoe ontwikkelt de stad en wijk zich op gezondheidsvlak?

Alleen met de sociale adoptie van interventies, gedragsveranderingen en informatiecampagnes zijn fysieke interventies in onze leefomgeving succesvol

Om goed te kunnen leren en sturen is allerlei kennis behulpzaam, vooral als het gaat om het causaal verband tussen interventie van en effect op onze gezondheid. Aan verschillende universiteiten wordt onderzoek gedaan naar welke maatregelen in de leefomgeving onze gezondheid verbeteren, zoals die van Maastricht, Delft en Utrecht. Dat geldt ook voor de GGD’s en andere medische instituten. De kennis is soms nog pril, onvolledig en academisch van aard, maar we slagen er steeds beter in om met elkaar te werken aan praktisch toepasbare inzichten over evidence based-beleid voor een gezonde omgeving. Hiervoor zijn communities of practice, City Deals zoals De Gezonde Stad en andere consortia van publieke, private en kennisinstellingen zeer waardevol. Alleen door kennis en inzichten goed uit te wisselen, maken we investeringen in een gezonde leefomgeving effectief.

6 Maak publiek-private gebiedsarrangementen voor organisatie en borging

Alle kennis ten spijt, gezonde gebiedsontwikkeling komt alleen goed van de grond als partijen zich conformeren aan gezamenlijke op elkaar afgestemd beleid en samenhangende investeringen. Zolang partijen vooral met hun eigen kavel of afdeling bezig zijn, komen gezondheidsmaatregelen maar zeer beperkt tot stand.

Zoals eerder omschreven, raken veel interventies de schaal van het gebied en overstijgen het eigen vastgoed of kavel. Daarom is publiek-private samenwerking bij gebiedsontwikkeling ook voor gezondheid terug van weggeweest. De private ontwikkelaar die gezondheid wil promoten kan bijvoorbeeld waterpunten of groen met voorzieningen voor sport -en spel aanleggen in de openbare ruimte, maar als de gemeente na de overdracht van de wijkaanleg hiervoor niet wil betalen, komt de interventie niet van de grond.

Sportpark in een woonwijk door Blue Corner Studio (bron: Shutterstock)

‘Sportpark in een woonwijk’ door Blue Corner Studio (bron: Shutterstock)


Gezonde gebiedsontwikkeling vraagt om gebiedsallianties tussen en binnen gemeenten, ontwikkelaars, scholen, zorginstellingen, en maatschappelijke organisaties, zoals sportverenigingen, buurttuinen en zo meer. Niet alleen voor de organisatie en financiering, maar ook voor de koppeling tussen sociale en ruimtelijke aspecten is publiek-private samenwerking op gebiedsniveau van belang. Alleen met de sociale adoptie van interventies, gedragsveranderingen en informatiecampagnes zijn fysieke interventies in onze leefomgeving succesvol.
Het is cruciaal dat deze gebiedsallianties nauwgezet overwegen hoe ze hun samenwerking vormgeven, met als leidend principe het gezamenlijke doel: het creëren van een gezonde leefomgeving. In een dynamiek waarin actoren niet alleen afhankelijk zijn van elkaars middelen, maar ook van bepaalde spelregels, is het essentieel om een integrale waarde-afweging te bevorderen en te waarborgen, zowel in publieke als private besluitvorming. Daarnaast is het verkennen en afstemmen van institutionele regels, verantwoordelijkheden en rollen van belang voor het faciliteren van samenwerking. Ondanks de complexiteit biedt deze benadering veelbelovende kansen om gezamenlijke meerwaarde te creëren en een breder maatschappelijk draagvlak te genereren.

7 Werk verder aan instrumentkoffers en handelingsrepertoires

Het thema gezonde gebiedsontwikkeling staat steeds vaker op de agenda. We zijn in toenemende mate overtuigd van de meervoudige waarde van gezonde gebiedsontwikkeling. We hebben steeds meer kennis over wat van waarde is voor onze gezondheid, op het niveau van gebiedsontwikkeling zijn handelingsperspectieven en (de kennis over) beschikbare instrumenten echter nog maar beperkt aanwezig bij gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars. Voor lucht en geluid bestaan al langer specifieke normen die worden toegepast in de leefomgeving. Voor allerlei gezondheidsbevorderende principes bestaan nog niet of nauwelijks kaders die te hanteren zijn in gebiedsontwikkeling.
Veel partijen hebben nog slechts een globaal bewustzijn dat gezondheid belangrijk is, maar kunnen of weten nog niet goed hoe dit te borgen in hun bijdrage aan gebiedsontwikkeling. Hoog tijd om daar verandering in aan te brengen en te werken aan het samenstellen van instrumentenkoffers met instrumenten en maatregelen die gericht behulpzaam zijn voor verschillende partijen, afdelingen en professionals en die aantoonbaar bijdragen aan de beoogde doelen van gezondheid.

Toepassen in samenhang

Voor een goed resultaat moeten de zeven principes in onderlinge samenhang worden toegepast. Het verbinden van diverse financiële stromen, zoals beschreven in principe 4 bijvoorbeeld, zal eveneens waardevol kunnen zijn om samenwerkingen tussen diverse partijen te bevorderen en structureren, zoals uitgelegd in principe 6. Het integreren van kennis uit andere domeinen of disciplines in de ruimtelijke opgave (principe 3) kan ook inzichten bieden voor het ontwikkelen van gezondheid als een essentieel en verstandig sociaal-ruimtelijk beleidsdoel, zoals benadrukt in principe 2. Het onderbouwen van de betrokkenheid van verschillende partijen in samenwerkingsverbanden (principe 6) wordt hierdoor ook verder onderstreept. Deze onderlinge samenhang draagt bij aan een integrale benadering van gezonde gebiedsontwikkeling.
Terugblikkend op de uitspraak van Einstein: met deze benadering van gezondheid verbreden we onze denkwijze. Zo komen we tot een oplossing voor deze grote en urgente maatschappelijke uitdaging: met gezonde gebiedsontwikkeling houden we de zorgkosten in de toekomst behapbaar en creëren we bovenal de leefbare en aantrekkelijke woonplekken van morgen!


Cover: ‘Het Vondelpark in Amsterdam’ door Jan van der Wolf (bron: Shutterstock)


Wouter Jan Verheul (2020)

Door Wouter Jan Verheul

Universitair docent/onderzoeker bij TU Delft en senior consultant & knowledge lead bij Arcadis Gebiedsontwikkeling

Reann Kersenhout door Reann Kersenhout (bron: LinkedIn)

Door Reann Kersenhout

Junior onderzoeker Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling

Tobias Janssen door Tobias Janssen (bron: LinkedIn)

Door Tobias Janssen

Consultant duurzame en gezonde gebiedsontwikkeling

Sanne veldhuizen door Sanne veldhuizen (bron: Sanne veldhuizen)

Door Sanne Veldhuizen

Consultant duurzame en gezonde gebiedsontwikkeling


Meest recent

De regionale investeringsagenda door Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling)

“De RIA is dé manier om complexe ruimtelijke opgaven in de regio op te pakken”

Vandaag lanceert Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG) de handreiking Regionale Investeringsagenda (RIA), een samenwerkingsvorm voor een breed gedragen ruimtelijk langetermijnperspectief in de regio. Het is deel twee in onze serie over de RIA.

Uitgelicht
SKG Nieuws

15 oktober 2024

Mercado, Binnenstad Groningen door Marcel Ijzerman (bron: MWPO)

In Groningen blaast een oud warenhuis nieuw leven in de binnenstad

In het centrum van Groningen functioneren tienduizenden vierkante meters leegstand als vliegwiel voor de ontwikkeling van een heel gebied. De toverformule? De intensieve samenwerking tussen projectontwikkelaar en gemeente.

Casus

15 oktober 2024

Aeisso Boelman column cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Cleo Mulder)

Kabinet: draai aan twee knoppen voor een goede businesscase wonen

In het regeerprogramma besteedt het kabinet serieus aandacht aan wonen en volkshuisvesting. Daarmee geeft ook dit kabinet prioriteit aan wonen, ziet columnist Aeisso Boelman. Maar de uitvoering vraagt nog wel de nodige aandacht.

Opinie

14 oktober 2024