Verslag In de rondetafelsessie georganiseerd door Urban Land Institute kwam de toekomst van bestemmingsplannen aan de orde. In het huidige model blijkt herstructurering van leegstaande bedrijfspanden vaak lastig door de vastomlijnde kaders van het bestemmingsplan. Rudy Stroink (Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht) ging hierover in gesprek met Jeanet van Antwerpen (Inbo) en Anne-marie Klijn (Boekel De Nerée, Adviescommissie Omgevingswet). Een belangrijke stelling tijdens deze discussie was: voor de komende jaren moeten de huidige bestemmingsplannen weg; we moeten toe naar “alles kan”.
Provada rondetafelsessie – De toekomst van bestemmingsplannen
De flexibiliteit rondom bestemmingsplannen was een terugkerend thema. Volgens de deskundigen laat de wet in Nederland veel toe maar levert het omgaan en interpreteren van de wet problemen op. De regels worden te vaak strikt opgevolgd zonder na te denken over waarom we het ooit hebben bedacht. Dit zou te maken kunnen hebben met het systeem waarin we op dit moment opereren. Het ambtelijk apparaat en gezagsdragers worden vaak vooral beloond op het niet afwijken van de bestaande route en op het voorkomen van fouten. Dit ontmoedigt om af te wijken van de gebaande paden en naar passende alternatieven te zoeken. Wil men dit anders, dan vergt dat extra energie. Daar moet vooraf rekening mee gehouden worden. Uit het publiek kwam direct de vraag of het niet ook vooral ligt aan de angst om het individueel belang boven het algemeen belang te stellen. Dit zou een van de verklaringen kunnen zijn, de deskundigen benoemen dat de focus eigenlijk vooral zou moeten liggen op de beoordeling of de ingreep bijdraagt aan een goed woon- / leefklimaat.
Volgens Stroink hebben we te maken met een veranderende wereld. Hoe gaan we in de toekomst om met regelgeving rondom bestemmingsplannen? De oplossing neigt naar heel duidelijke regels die opgesteld worden aan de hand van de vraag wat we minimaal zouden moeten vastleggen. Voorbeelden als een “beslisboom” voor bestemmingsplannen of een document met positieve spelregels bedoeld om mensen te verleiden worden genoemd. Een “Ja, mits” beleid sluit bij deze gedachte aan en kan bijdragen aan een “open mind” in de besluitvorming.
Niet alleen gemeenten (overheid) moeten overtuigd worden van een andere aanpak, ook andere partijen, bijvoorbeeld vastgoedeigenaren. Vaak wil men niet instemmen met het wijzigen van het bestemmingsplan van hun pand, bang dat de waarde van hun vastgoed daalt. Belangrijk hierin is de bewustwording dat de markt de waarde van het vastgoed bepaald en niet het bestemmingsplan.
In deze tijd waar de aandacht verschuift van nieuwbouw naar het beheren van de bestaande bebouwing komt de vraag boven over hoe we dit beheer dan gaan regelen? Een vraag die daar aan werd gekoppeld is wie zorgt eigenlijk voor de openbare ruimte? Een directe oplossing is er nog niet maar de boodschap van de deskundigen is praat vooral met elkaar, vlucht ook hierin niet in de regels. Creëer verantwoordelijkheid en betrokkenheid.
De boodschap die als een rode draad door deze discussie ging was dat het huidige beleid met betrekking tot bestemmingsplannen niet meer past in deze veranderende samenleving waar we te maken hebben met leegstand en transformatie. Deze opgaven hebben een andere (positieve) grondhouding van betrokken partijen nodig. Met flexibiliteit ten aanzien van bestemmingsplannen en een oplossingsgerichte houding kan veel bereikt worden.
Andere verslagen van Provada bijeenkomsten
- Knooppuntontwikkeling heeft de toekomst
- Leren van herontwikkeling in Duitsland
- Herbestemming is nieuwbouw van vandaag
- Strategie voor Rijksvastgoed: optimaliseren en meerwaarde creëren
- Hoe kennis en talent willen wonen
- Regionale luchthavens, bedrijventerreinen met vliegfunctie?
- Transformatie biedt nieuw perspectief voor de compacte stad
- Het Nieuwe Winkelen is alweer oud
Cover: ‘2014.07.07_De huidige bestemmingsplannen passen niet_1_660’