Windmolens naast de A6 in de buurt van Lelystad door T.W. van Urk (bron: Shutterstock)

Gezocht: ruimte voor de energietransitie

18 februari 2022

6 minuten

Verslag Om de energietransitie vorm te geven is ruim twee jaar gewerkt aan regionale energiestrategieën (RES’en). Nu komt het aan op het maken van feitelijke keuzes in samenhang met andere ruimtelijke opgaven in de fysieke leefomgeving. Op 27 januari vond in dat kader een eerste kennisbijeenkomst plaats in het leertraject ‘Energie in de leefomgeving’.

Om te voldoen aan de afspraken in het Klimaatakkoord wordt in 30 regio’s gewerkt aan Regionale Energiestrategieën (RES’en), met duurzame ambities voor de periode tot 2030 en met het perspectief op 2050. In de eerste fase zijn deze ambities voor het opwekken van duurzame energie met behulp van onder meer zonnepanelen en windmolens verkend. Momenteel staat de implementatie centraal: hoe kan de energietransitie in samenhang met de andere opgaven een plek krijgen in de fysieke leefomgeving?

Energie in de leefomgeving

Op 27 januari is met de kennisbijeenkomst ‘Regionale Energie Strategieën en Gebiedsontwikkeling’ het startschot gegeven voor een tweejarig leertraject ‘Energie in de leefomgeving’. Dit kennisprogramma is opgezet voor partijen die bezig zijn om de energietransitie in Nederland vorm te geven.

In de eerste bijeenkomst gingen Geert Teisman, hoogleraar bestuurskunde, Jannemarie de Jonge, Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving en Kristel Lammers, directeur NP RES met elkaar in gesprek. En met zo’n 180 deelnemers uit alle geledingen van de samenleving: van gemeenten en provincies tot marktpartijen en van kennisinstellingen tot betrokken burgers.

Hoe gaan we om met de complexiteit van de opgave, spelers, rollen en speelvelden?

Samen met de deelnemers werd ‘het net opgehaald’ en een inventarisatie gemaakt van de vraagstukken die gedurende het kennisprogramma verder uitgediept moeten worden. Dit resulteerde in vier thema’s die tijdens deze eerste bijeenkomst centraal staan: ‘integrale aanpak’, ‘maatschappelijke betrokkenheid en draagvlak’, ‘de rol van ontwerp voor ruimtelijke keuzes’ en ‘van ambitie naar uitvoering’. De eerste conclusie: we weten al goed waar de schoen wringt, maar er is nog wel een weg te gaan, niet alleen voor de uitvoering tot 2030, maar ook voor de periode daarna.

Versnellen door samenwerking

De vraag die centraal staat op het organisatorisch-bestuurlijke vlak is: ‘hoe gaan we om met de complexiteit van de opgave, spelers, rollen en speelvelden?’. Vaak heerst de gedachte dat een veelheid aan spelers de complexiteit vergroot en dat dit het proces vertraagt. Dat dit niet zo hoeft te zijn wordt duidelijk aan de hand van een concreet voorbeeld: de samenwerking tussen de RES Noord-Veluwe en de RES West-Overijssel.

Om de patstelling te doorbreken is een andere strategie gekozen

Aan de grens tussen beide RES-gebieden liggen mogelijkheden voor forse duurzame energieopwekking uit wind en zon, bijvoorbeeld langs de A50, op bedrijventerreinen en in groengebieden. Binnen de RES’en zijn echter verschillende opvattingen ontstaan over hoe de zogenoemde zoekgebieden in te vullen. Wat de samenwerking nog ingewikkelder maakt is dat er aan weerszijden van de RES-grens andere netbeheerders opereren.

Om de patstelling te doorbreken is een andere strategie gekozen. Juist door samen op te trekken denken de beide RES-regio’s niet alleen tot betere en meer integrale oplossingen te komen, maar het proces uiteindelijk ook te versnellen. De verwachting is dat dit kan door de samenwerking te verbreden. De komende tijd zal uitwijzen hoe dit georganiseerd kan worden, wie een dergelijk afstemmingstraject idealiter trekt en hoe de samenhang geborgd kan worden.

Ontwerpende dialoog

Het is inmiddels wel duidelijk dát onze leefomgeving er in de toekomst anders uit gaat zien. Het is vooral de vraag hoe de nieuwe vormen van energieopwekking in samenhang met andere opgaven een plek kunnen krijgen in de fysieke omgeving. Dat is ook een vraag die op verschillende schalen speelt: van het definiëren van zoekgebieden voor wind- en zonne-energie en het verzwaren van het netwerk tot het vormgeven van de concrete plekken waar de ‘hardware’ van de energietransitie in de komende decennia zal neerdalen. Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat een van de oplossingsrichtingen voor deze uitdaging in de ontwerpende dialoog ligt.

De stadsverwarming (stadswarmte) in de wijk wordt gedeeltelijk aangedreven door een zonnepaneeleiland (Zoneiland) in de buurt van Almere. door Pavlo Glazkov (bron: Shutterstock)

‘De stadsverwarming (stadswarmte) in de wijk wordt gedeeltelijk aangedreven door een zonnepaneeleiland (Zoneiland) in de buurt van Almere.’ door Pavlo Glazkov (bron: Shutterstock)


Daar waar met alle betrokkenen via ontwerp en door de verschillende schalen heen – van lokaal tot regionaal – wordt gewerkt aan het verbinden van opgaven, doemen oplossingen op en ontstaan koppelkansen. Door in en uit te zoomen, los van bestuurlijke grenzen, komen ook nieuwe relevante partijen in beeld wat de integraliteit van de opgave bevordert.

Een genoemde mogelijkheid is om opgaven te verbinden door vanuit het energievraagstuk te starten, dit wordt energy oriented development genoemd. Maar welke route gekozen wordt en hoe dit soort ontwerpende verkenningen idealiter in de uitvoering verankerd moeten worden, blijft voor nu nog onbeantwoord. Het is een punt voor het vervolg van het kennisprogramma.

Loop je vast, zoek een omweg!

Als het gaat om het creëren van maatschappelijk draagvlak zijn tijd en aandacht bepalende factoren, zo blijkt tijdens de kennisbijeenkomst. Hoe organiseer je maatschappelijke betrokkenheid bij de ingrepen in de leefomgeving die de energietransitie teweegbrengt? En hoe schakel je dan met mensen die moeilijker bereikbaar zijn? Het blijkt met name lastig om de groep te bereiken waarbij energiearmoede voorkomt. Als je maandelijks net rondkomt, zit je niet te wachten op extra kosten voor investeringen in duurzame energie.

Om perspectief te bieden in dit soort lastige kwesties kan het helpen om oplossingen te zoeken in een ‘omweg’

Om perspectief te bieden in dit soort lastige kwesties kan het helpen om oplossingen te zoeken via een ‘omweg’ door het vraagstuk groter en breder te maken dan de energietransitie alleen.

Een voorbeeld van zo’n omweg op een geheel ander vlak is dat van parkeernormen. Vroeger stonden de straten vol met auto’s. Door een deel van de auto’s weg te halen ontstaat er ruimte voor waterberging, ruimte om de stad te vergroenen en behoefte aan deelauto’s. Dit verbetert niet alleen de leefomgeving, er ontstaan ook meer mogelijkheden voor ontmoeting en meer beweging, wat weer goed is voor de gezondheid. Ook op gebied van de energietransitie ontstaan steeds meer voorbeelden, die positieve uitwerkingen op meerdere vlakken laten zien.

Geert Teisman noemt de simpele rekensom voor bewoners met een smalle beurs, die door plaatsing van zonnepanelen door de verhuurder een lagere energierekening krijgen en daardoor een beter leven en minder zorgkosten – waarmee de samenleving feitelijk de investering van de zonnepanelen terugverdient. ‘Omwegen’ en koppelkansen zoals deze zullen in het kennisprogramma nader worden verkend en uitgewerkt.

Elke stap is er een

In het gesprek over hoe we van ambitie tot uitvoering moeten komen, wordt tijdens de kennisbijeenkomst besproken hoe we naar een duurzamer Nederland toe kunnen werken. De belangrijkste constatering hierbij is dat de RES’en hierin geen doel op zich zijn, maar vooral een middel om dat te bewerkstelligen.

Een deelneemster aan de bijeenkomst pleit ervoor niet in alle gevallen te wachten op de overheid, maar snelheid te maken met lokale initiatieven en projecten. De optelsom van veel kleine successen maakt namelijk ook een grote impact. Het is volgens haar daarom van belang dat bottom-up-initiatieven een groter aandeel in het grotere geheel krijgen.

Aan het einde van de bijeenkomst is duidelijk dat er grote betrokkenheid is om op alle vier de thema’s door te werken, te leren van de voorbeelden en denkrichtingen die er al zijn en zo toe te werken naar strategieën voor de energietransitie-opgave in de fysieke leefomgeving.

Het kennisprogramma ‘Energie in de leefomgeving’ zal de komende tijd verder vorm krijgen. Op de hoogte blijven? Neem contact op via gebiedsontwikkeling@tudelft.nl

Om de opgaven voor het vervolg van de regionale energiestrategieën te duiden willen wij u wijzen op de recent geschreven essays van hoogleraar gebiedsontwikkeling Co Verdaas (pdf) en hoogleraar bestuurskunde Geert Teisman (pdf) en het advies van het college van Rijksadviseurs over de RES 2.0 (pdf).


Cover: ‘Windmolens naast de A6 in de buurt van Lelystad’ door T.W. van Urk (bron: Shutterstock)


Ineke pasfoto

Door Ineke Lammers

Webredacteur Gebiedsontwikkeling.nu

Jutta Hinterleitner 2

Door Jutta Hinterleitner

Onderzoeker Leerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft


Meest recent

Oosterschelde door Ruud Morijn Photographer (bron: Shutterstock)

Oké, water en bodem sturend – maar niet altijd en overal

Water en bodem sturend, je kunt er bijna niet tegen zijn. Maar we moeten oppassen dat het nieuwe adagium niet alles gaat overheersen, zo waarschuwt columniste Agnes Franzen.

Opinie

19 april 2024

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024

Zuiderpark, Rotterdam door Frans Blok (bron: Shutterstock)

“Openbare ruimte is ontworpen voor (jonge) mannen maar (jonge) vrouwen voelen zich vaak onveilig”

De openbare ruimte voldoet vooral aan de behoeftes van (jonge) mannen, waardoor (jonge) vrouwen zich vaak onveilig voelen. Wetenschappers stelden zeven ontwerpprincipes op zodat gebiedsontwikkelaars aan de inhaalslag kunnen beginnen.

Onderzoek

18 april 2024