stikstof en go header still

Juridische experts twijfelen over beleidsdroom stikstofuitstoot

3 juli 2020

5 minuten

Verslag Met het stikstofadvies van de commissie Remkes is het hoge woord eruit: er moet in alle sectoren flink gesneden worden in de uitstoot. Maar wat betekent dat voor gebiedsontwikkeling? Tijdens de online bijeenkomst van de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling op 24 juni lieten experts van commissie, advocatuur, overheid en wetenschap hun licht daarover schijnen.

De startredenering voor het advies van de commissie Remkes is kraakhelder: de natuur moet uiteindelijk hoe dan ook hersteld worden. Dat vertelt Jan Jacob van Dijk, lid van de commissie Remkes. Er moet minder stikstofdepositie in de natuur komen, daarvoor is minder uitstoot nodig, en dus gaat de aandacht van het advies uit naar de activiteiten die dat veroorzaken. Leidend daarin is dat alle sectoren een evenwichtige (lees: niet evenredige) bijdrage moeten leveren. Concreet komt dat neer op zware maatregelen, met name voor de landbouwsector. Want, stelt Van Dijk: “Als je in 2050 de natuur op orde wil hebben, dan moet je in 2030 een reductie van 50% hebben gerealiseerd.”

Ten opzichte van het huidige beleid (26% reductie in 2030) is dat een confronterende verdubbeling. Van Dijk benadrukt dat de geadviseerde 50% niettemin door diverse sectoren naar voren is gebracht als haalbaar. Dat het kabinet deze verdubbeling niet wil overnemen, vindt hij te betreuren. Juist ondernemers hebben behoefte aan langdurige beleidszekerheid, terwijl met 26% de kans groot is dat er op korte termijn alsnog een ingrijpende inhaalslag gemaakt moet worden.

Positieve bijdrage

In de bouw vindt maar een zeer beperkte stikstofuitstoot plaats. Er moet daarom vooral ruimte ontstaan vanuit andere sectoren, zodat de woningbouw door kan gaan. Juist daarom is het juridisch borgen in de andere sectoren zo van belang. Maar waarom wordt er dan om 80% reductie in de bouw gevraagd, vraagt een bezoeker zich af? Dat is volgens Van Dijk deels een politieke overweging geweest: om draagvlak te creëren moet iedereen meedoen. Anderzijds is die 80% door de bouwsector genoemd als 'haalbaar', op de voorwaarde dat er duidelijk beleid en een gelijk speelveld komt.

Concrete adviezen van de commissie voor reductie van stikstof in de bouwsector gaan over het gebruik van elektrische in plaats van dieselmotoren. Omdat de kosten hiervan hoger liggen, hebben Van Dijk en zijn collega's ook geadviseerd dat de overheid hierbij moet helpen. Ook raden zij overheden aan om behoedzaam te zijn bij het starten van nieuwe vergunningtrajecten voor grote infrastructurele projecten, gezien de forse uitstoot die daarmee gepaard gaat. De commissie pleit daarom vooral te kijken naar ontwikkelingen die een positieve bijdrage hebben, zoals energieneutrale woonwijken en de infrastructuur voor de energietransitie.

Drempelwaarde

Jan Reinier van Angeren, advocaat bij Stibbe, vindt het logisch dat het kabinet het advies overneemt om de gedetailleerde berekeningen van niet te traceren stikstofoxiden achterwege laat voor de bouwsector. Ook de Raad van State stemt daar positief mee in, verwacht hij. Ander goed nieuws voor de bouwsector is dat er onderzoek komt naar het invoeren van een drempelwaarde voor tijdelijke emissies, in de woorden van de advocaat een degelijke en juridisch houdbare maatregel. Zijn Stibbe-collega Anna Collignon vermoedt dat het kabinet deze drempelwaarde ook zal hanteren als het overkoepelende doel van 80% reductie in de bouw niet wordt gehaald.

Middelvinger

Hoogleraar gebiedsontwikkeling Co Verdaas vraagt zich af hoe de afhankelijkheid tussen de sectoren in elkaar zit. Stel dat één zich niet aan de afspraken houdt voor de beoogde reductie, valt dan het draagvlak weg en kan de bouw alsnog stilvallen? Volgens Collignon is voor alle projecten een passende beoordeling met een goede ecologische onderbouwing voldoende overtuigend. Ze betwijfelt bovendien of de 80% reductie in de bouw echt juridisch noodzakelijk is, aangezien ook zonder deze reductie-eis de emissies laag zijn. Daarom pleit Collignon voor behoedzaamheid bij de nadere uitwerking hiervan, om onnodige kosten en eisen te voorkomen. 

Waarmee een interessante wrijving tijdens het webinar zichtbaar wordt tussen beleidsdoelen en de juridische blik. Want waar de advocaten twijfelen over de juridische noodzaak tot reductie in de bouw, daar stelt Van Dijk dat met die instelling het einde snel zoek is en er geen centimeter vooruitgang wordt geboekt. Als een sector niet mee wil doen, concludeert hij in reactie op Verdaas' vraag, dan is de kans groot dat de rest ook afhaakt - en dat is dan in feite een middelvinger naar de natuur.

Lichtpunten

Jelle Beemsterboer, wethouder Ruimte en economie van Schagen in Noord-Holland, is kritisch omdat de commissie Remkes niet is ingegaan op een deel van haar oorspronkelijke opdracht: oplossingsrichtingen vinden voor het omgaan met vergunningverlening. Ook de provincie lijkt daarbij achter te blijven. Hoewel zij wel degelijk meedenkt om tot beleidsmatige oplossingen te komen (zoals een gebiedsgerichte aanpak voor stikstofruimte), ligt er nog steeds niets op tafel. In de praktijk heeft Beemsterboer, en vele andere gemeentes met hem, daar veel last van. Van Dijk stelt dat de commissie focust op de lange termijn. Voor de korte termijn waren er al oplossingen afgegeven, zoals snelheidsverlaging op de snelwegen. Voor een structurele aanpak, stelt hij, kom je hoe dan ook uit op harde afspraken met de agrarische sector. Dáár ligt de sleutel om echte stappen te zetten.

De bijeenkomst eindigt met een positief geluid bij monde van Friso de Zeeuw, emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling. Hij merkt ten eerste dat de provincies langzaamaan het beleid aanpassen om stikstofruimte mogelijk te maken door interne saldering. Ten tweede bemerkt hij lichtpunten in de praktische gang van zaken in het stikstofdossier. Als laatste is De Zeeuw ervan overtuigd dat in het grotere geheel de nodige ruimte kan worden teruggegeven door de Europese Commissie, mits we met z’n allen maar goede wil tonen door een stevig beleid te hanteren.

Cover: Still uit webinar met v.l.n.r. Friso de Zeeuw, Jan Jacob van Dijk, Jelle Beemsterboer, Anna Collignon & Jan Reinier van Angeren, Co Verdaas

De online kennisbijeenkomst is hier terug te kijken


Cover: ‘stikstof en go header still’


Arthur Verwayen (2020)

Door Arthur Verwayen

Coördinator & Onderzoeker Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling | Leerstoel Gebiedsontwikkeling


Meest recent

GO weekoverzicht 25 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van de complete buurt

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de complete stadsbuurt centraal stond. Van de transformatie van het Utrechtse Wisselspoor via het naoorlogse stadsdeel Breda Noord naar de verdichting in het Haagse Bezuidenhout.

Weekoverzicht

25 april 2024

Zonnepanelen op het dak van een gebouw door Richie Quintyne NVEST (bron: shutterstock)

Duurzame energie in de regio, een passend ontwerp begint bij de goede vraagstelling

In de eerste ronde Regionale Energiestrategieën ging het ook over ruimtelijke kwaliteit. Hoe landen ingrepen in de energie-infrastructuur in onze omgeving? PBL en Royal HaskoningDHV plozen de plannen door en formuleren lessen & tips.

Uitgelicht
Onderzoek

25 april 2024

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024