Verslag Het onderzoeksprogramma Red&Blue over de relatie tussen klimaatverandering en gebiedsontwikkeling loopt inmiddels 2,5 jaar. In de volle breedte komen relevante thema’s aan bod, waaronder de financiering van de benodigde maatregelen. Tijdens het recente SKG Jaarcongres in Amersfoort gingen experts en congresdeelnemers hierover in gesprek, Abdi Mehvar en Zac Taylor van de TU Delft rapporteren.
De Red&Blue-sessie bij het SKG Jaarcongres vormde een belangrijk podium voor kritische discussies en kennisuitwisseling over het integreren van klimaatadaptatie-financiering in gebiedsontwikkeling. Een panel van Nederlandse klimaatexperts werd uitgenodigd om te verkennen hoe internationale inzichten toepasbaar zijn in de Nederlandse context. Onder leiding van Co Verdaas – Deltacommissaris en hoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft – werden de laatste bevindingen uit het Red&Blue-onderzoeksprogramma gepresenteerd. Tevens werd het publiek actief betrokken bij het benoemen van praktische knelpunten, kennishiaten en kansen om klimaatadaptatie-financiering te versnellen. Dit verslag biedt een samenvatting van de discussies tijdens deze sessie.
Het Jaarcongres 2025 in woord en beeld
De verslaglegging over het succesvolle Jaarcongres 2025 van SKG is hiermee afgerond. We publiceerden een verslag over het plenaire gedeelte, met onder meer de keynote van Paul ’t Hart (WRR). Vervolgens kwamen de impressies van de deelsessies aan bod, in deel 1 en deel 2. Tijdens het congres werd ook de winnaar van de SKG Award bekend gemaakt.
Zac Taylor (universitair docent TU Delft en Academic Lead bij Resilient Delta) trapte de sessie af met een overzicht van wereldwijde ontwikkelingen en spanningen rondom financiering van klimaatadaptatie in steden. Hij benoemde drie belangrijke spelers: vastgoedinvesteerders, verzekeraars en gebiedsgerichte samenwerkingsinstrumenten. Volgens Taylor krijgen institutionele beleggers steeds vaker de opdracht om klimaatrisico’s in hun vastgoedportefeuilles te analyseren en te beheersen. “Er is een wedloop gaande onder vastgoedinvesteerders: hoe standaardiseren we klimaatrisicobeoordelingen van investeringen?”.

‘Sessie Klimaatadaptatie & GO’ door Sander van Wettum (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling)
Door het gebrek aan een uniforme wereldwijde standaard ontstaan tegenstrijdige beoordelingen en onzekerheid in besluitvorming. Beleggers staan voor de keuze: blijven en samenwerken aan lokale risicobeperking of zich terugtrekken uit kwetsbare markten? Steeds vaker kiezen investeerders ervoor om niet meer te investeren in risicovolle gebieden, terwijl anderen zoeken naar werkbare manieren om lokale adaptatiestrategieën in hun vaak wereldwijde portefeuilles te integreren. Het is essentieel om besluitvorming van investeerders te verbinden met lokale klimaatplannen.
In de problemen
Ook de rol van verzekeraars kreeg veel aandacht tijdens Taylor’s inleiding. In risicogebieden als Florida, Louisiana en Californië trekken verzekeraars zich terug of stijgen premies tot onbetaalbare niveaus. “We zien situaties waarin verzekeringskosten meer dan 10 procent van het brutogezinsinkomen bedragen,” aldus Taylor. Dit brengt niet alleen individuele huishoudens in de problemen, maar ook woningbouw, hypotheekmarkten en steden als geheel. Taylor benadrukte dat verzekeraars proactiever moeten bijdragen aan gezamenlijke risicobeperking via klimaatbestendig bouwen, ruimtelijke planning en andere investeringen in adaptatie.
Belegger Altera gebruikt het Framework for Climate Adaptive Buildings om risico’s als droogte en hitte in kaart te brengen
Doordat financiële markten zich terugtrekken, blijven steden vaker achter met de (financiële) gevolgen van klimaatverandering. Lokale overheden kampen met gefragmenteerde financiering, waarbij risico’s zoals overstromingen, hittestress en stormschade via aparte kanalen worden aangepakt. Taylor waarschuwde dat dit kan leiden tot ineffectieve of zelfs schadelijke maatregelen. De oplossing lijkt te liggen in innovatieve, gebiedsgerichte financiële en bestuursmodellen die samenwerking tussen publieke en private partijen versterken. Taylor sloot af met drie vragen aan de Nederlandse praktijk: hoe kunnen publieke en private partijen beter samenwerken aan klimaatfinanciering, welke mandaten en instrumenten zijn nodig voor effectieve uitvoering en hoe vinden we de juiste balans tussen effectiviteit, efficiëntie en rechtvaardigheid?
Klimaatadaptatie in de praktijk
Na Taylor’s betoog opende moderator Co Verdaas de discussie: “Wie is hier al bezig met de uitdagingen van klimaatfinanciering?” Een jurist in het publiek wees op de moeizame integratie van klimaatadaptatie in juridische en financiële kaders: “We proberen verzekerings- en financieringsoplossingen te pushen, maar de interesse ontbreekt vaak.”
Rudy Verstappen, ESG-teamleider bij belegger Altera, vertelde over hoe zijn organisatie klimaatadaptatie ziet als onderdeel van risicobeheersing. Samen met de Dutch Green Building Council gebruikt Altera het Framework for Climate Adaptive Buildings om risico’s als droogte en hitte in kaart te brengen. Hij gaf aan dat volledige terugtrekking uit risicogebieden – zoals sommige internationale beleggers doen – in Nederland geen duurzame optie is. In plaats daarvan pleit hij voor gerichte investeringen op basis van een 20 tot 30-jarige horizon.

‘Detial van een groene gevel’ door Wirestock Creators (bron: Shutterstock)
Gijs Kloek, Senior Manager Actuarieel bij Achmea, benadrukte de rol van de verzekeringssector. Hij verwees naar een rapport van de Werkgroep Klimaatadaptatie van het Platform voor Duurzame Financiering, waarin aanbevelingen staan voor overheid en bedrijfsleven. Achmea werkt actief samen met klimaatexperts en andere partijen om risico’s beter te beheersen. Nederlandse verzekeraars breiden hun dekking juist uit, bijvoorbeeld naar regenval en overstromingen door niet-primaire waterkeringen. Schade door falen van primaire waterkeringen blijft echter problematisch – verzekeraars kunnen dat risico niet alleen dragen. Gesprekken met de overheid over mogelijke oplossingen zijn gaande.
Hanke Haagsma, strategisch adviseur stedelijke ontwikkeling bij de gemeente Rotterdam, sprak over de enorme investeringsopgave in bestaande wijken. Rotterdam kampt met verouderde woningen, funderingsproblemen en beperkte financiële middelen. Sommige wijken kennen grote sociale woningbouw, waarvan een deel is verkocht. De waarde van deze woningen dekt niet altijd de werkelijke herstelkosten. Betrokkenheid van bewoners is essentieel in het Rotterdamse beleid, al blijven veel oplossingen nog in ontwikkeling.
Adaptatiestrategieën verweven
Co Verdaas onderstreepte dat effectieve klimaatadaptatie begint met erkenning van het probleem en samenwerking over sectoren heen. In de plenaire discussie werd duidelijk dat afstemming tussen schaalniveaus en sectoren steeds belangrijker wordt.
Een voorbeeld: de beschikbaarheid van verzekeringsproducten beïnvloedt directe bouwbeslissingen. Wat als bepaalde gebieden in de toekomst niet meer verzekerd kunnen worden? Moeten we dan inzetten op andere vormen van bescherming, zoals klimaatbestendig bouwen? Deze vragen leiden tot heroverweging van hoe we omgaan met risico’s op lange termijn. Rudy Verstappen gaf een praktijkvoorbeeld van samenwerking: Altera realiseerde samen met partners een groen dak op een commercieel pand. De samenwerking was waardevol, maar traag. Dit roept de vraag op hoe samenwerking sneller en efficiënter kan worden georganiseerd.

‘Vogelvlucht van de Nieuwe Waterweg, Hoek van Holland’ door Picture Partners (bron: Shutterstock)
Een belangrijk spanningsveld kwam naar voren bij de Rotterdamse oevergebieden buiten de dijken. Hier bepalen keuzes over grootschalige watermaatregelen zoals het open of dicht houden van de Nieuwe Waterweg mede welke strategieën op wijkniveau mogelijk zijn. Discussies over uniforme benaderingen versus maatwerk blijven actueel, mede door onzekerheden in klimaatwetenschap en de vele betrokken bestuurslagen.
Ook de spanning tussen individuele en collectieve actie kwam terug. Voorstellen zoals klimaatlabels voor woningen en verplichte risicoduiding bij aankoop stuiten op zorgen over mogelijke ongelijkheid. In de Rotterdamse wijk Bloemhof – een wijk met bodemdaling en funderingsproblemen – is samenwerking tussen bewoners, gemeente en financiële instellingen noodzakelijk, maar complex. Ellen van Bueren (hoogleraar TU Delft, programmaleider Red&Blue) benadrukte in dit verband het belang van oog hebben voor het bewonersperspectief: “Veel bewoners hebben het nu al zwaar. Hoe goed zijn we voorbereid als deze uitdagingen straks acute crises worden?”
Samenwerking groeit
“Kunnen we open het gesprek voeren over de toekomst van onze steden, rekening houdend met klimaatrisico’s en benodigde investeringen?”, vroeg Co Verdaas zich afsluitend af. Hij benadrukte dat er al veel gebeurt – niet alleen in de delta, maar in heel Nederland. De samenwerking tussen publieke en private partijen groeit, ondanks de onzekerheden. De gesprekken zijn nog lang niet afgerond, maar het uitgangspunt is duidelijk: via gezamenlijke strategieën kunnen steden, wijken en bewoners zich weerbaarder maken voor de toekomst. Dat is de kern van het Red&Blue-programma.
Over Red&Blue
Red&Blue (Real Estate Development and Building in Low Urban Environment) is een vijfjarig interdisciplinair onderzoeks- en impactprogramma, gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het richt zich op het ontwikkelen en testen van geïntegreerde klimaatrisicostrategieën voor stedelijke gebieden in de Nederlandse delta, in nauwe samenwerking met publieke en private partners, waaronder financiële instellingen. Meer informatie: www.redblueclimate.nl.
Vanaf de start van het programma zijn hierover meerdere artikelen gepubliceerd op Gebiedsontwikkeling.nu, onder meer over de start, de ruimtelijke implicaties, het beoordelen van klimaatrisico’s en de rechtvaardige verdeling van de kosten van klimaatadaptatie.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
Cover: ‘Sedum dak met zonnepanelen’ door Rene Notenbomer (bron: Shutterstock)