Verslag In de debatsessie over nieuw ondernemerschap in stationsgebieden gaat Tom van ’t Hek in gesprek met Nicola Shaw (High Speed 1 London), Wendy Verschoor (Arcadis), Nicolas Capelle (Motel One Development GmbH) en Robert Dijckmeester (Zuidas Amsterdam). Thema: het nieuwe ondernemerschap in stationsgebieden. Hoe draagt dit bij in een ontwikkeling van ‘toegangspoort’ tot ‘place2b’. Conclusie: speel in op de behoefte van de gebruikers en denk na over gunstige omstandigheden voor investeerders. En benader de gebiedsontwikkeling vanuit de stedelijke context.
PROVADA 2015
Voorheen waren stationsgebieden plekken die beter vermeden konden worden. Inmiddels zijn het gebieden die door mensen bewust opgezocht worden. Nicola Shaw herkent deze verandering. Station St. Pancras in Londen was in de jaren negentig een plek waar mensen hun kinderen liever niet in de buurt lieten komen. Het is nu een voorbeeld van een dynamisch stationsgebied in ontwikkeling. Na de renovatie in 2007 passeren hier waar wekelijks één miljoen mensen. De transformatie is nog in volle gang. Onlangs vestigde Google haar hoofdkantoor in de nabijheid van het station en werd in het gebied een openluchtzwembad geopend.
Extra dynamiek
Bijzonder aan het stationsgebied St. Pancras is dat de investeringen afkomstig zijn uit een succesvolle samenwerking tussen publieke en private partijen. Nicolas Capelle werkt vaak mee binnen dit soort verbanden. Hij investeert met zijn bedrijf in stationsgebieden door direct in de buurt van het station een hotel te bouwen. Dit is vooral aantrekkelijk voor gasten die belang hebben bij een goede openbaarvervoerverbinding. Een hotel is zo een onderdeel van een combinatie van functies in een stationsgebied. Dit draagt bij aan een prettige omgeving en levert extra dynamiek op. ‘1 +1 =3’, stelt Shaw. Een dynamisch stationsgebied kan ook iets opleveren voor de hele stad. Het is de toegang tot de stad. Wanneer het veel mensen naar de stad brengt, levert dit de hele stad economisch gezien ook wat op, aldus Wendy Verschoor.
Bezoekers betrekken
In Nederland is het betrekken van private partijen in de ontwikkeling van stationsgebieden minder vanzelfsprekend. Het is veelal nog een zaak van overheidsinvesteringen. De overheid en bijvoorbeeld een spoorwegbedrijf hebben verschillende opvattingen over de aanpak van een stationsgebied. Er ontstaan discussies over wie de controle heeft en wat ieders terrein is. Dat is niet bevorderlijk om samen op weg te gaan.
Niettemin luidt het advies om bij nieuwe ontwikkelingen in stationsgebieden met alle betrokken partijen na te denken over de korte én de lange termijn. Betrek vanaf het begin investeerders. Zij willen mogelijk pas op de lange termijn investeren, maar overheden kunnen hier wel al op anticiperen, door het gebied voor hen aantrekkelijk te maken. Shaw bevestigt dit. Investeringen van private partijen komen niet vanzelf. Alleen als ontwikkelingen in een gebied die gunstig zijn zichtbaar worden, komen er commerciële investeerders op af. Een belangrijke andere les het denken vanuit een stedelijke ontwikkeling. Dijckmeester geeft aan dat het stationsgebied vooral niet ‘stationsgebied’ moet worden genoemd. Het is een stedelijke ontwikkeling waar het station een onderdeel van is en de hele stad baat bij heeft.
Lees hier de verslagen van enkele geselecteerde bijeenkomsten op de PROVADA:
- Ruilen in de stad: Het Kadaster als gebiedsontwikkelaar
- Wonen met zorg: kansen voor investeerders
- De toekomst van de binnenstad: een aanvalsplan voor Doetinchem-centrum
- Ongevraagde private voorstellen uit de prullenbak
- De veerkracht van Nederlandse steden: lessen uit het buitenland
- Uitreiking Gulden Feniks op de PROVADA
Zie ook:
- PROVADA 2015: de business opnieuw uitvinden
- In gesprek met stadsontwikkelaars #1: Albert Hutschemaekers - Stationsgebied Utrecht
- Stationsgebieden: wat de Randstad kan leren van Tokio
Cover: ‘2015.06.11_Nieuwe ontwikkelingen stationsgebieden; van vervoersknooppunt naar ‘place to be’_660’